102,20
105,20
103,20
99,45
bepaalde richtlijnen de huurprijzen van hun woningen te harmoniseren. De ver
antwoordelijkheid hiertoe en het uitvoeren hiervan ligt bij de woningcorpora
ties en voorzover een gemeente een eigen woningbezit heeftbij burgemeester
en wethouders. Indien een corporatie deze verantwoordelijkheid niet wenst te
dragen of de daaruit voortvloeiende taken niet uitvoert naar de geest van de
wet, zijn bepaalde sancties voorzien; een en ander als logisch gevolg van het
feit, dat het hier gaat om de uitvoering van een overeenkomstig de beginselen
van ons staatsrecht tot stand gekomen wet.
In de procedures spelen de huuradviescommissies een belangrijke rol. Zij
beoordelen de onderhoudstoestand in alle gevallen, waarbij sprake is van een
huurverhoging, die uitkomt boven 6$ en adviseren de Minister ook in alle ge
vallen, waarbij de haurder desgevraagd blijk heeft gegeven niet akkoord te
gaan met de voorgestelde huurverhoging.
Bij de rol, die de huurder in de procedure speelt, dient onderscheid te
worden gemaakt tussen de complexen, waarvoor nog wel een rijksbijdrage geldt
en de complexen, waarbij dit niet meer het geval is. Hoewel overleg in alle
gevallen wenselijk is, heeft de Minister dit voor de bijdragecomplexen niet
verplicht gesteld, voor de nietbijdragecomplexen wel.
Aangaande de procedure kan het volgende worden opgemerkt. Op basis van
vergelijking met woningen, die in de laatste vijf jaar met geldelijke steun
uit s Rijks kas op voet van de Woningwet tot stand gekomen zijn, dient een
globaal harmonisatieplan via de huuradviescommissie bij de Minister te worden
ingediend. Wanneer deze daarmede akkoord is gegaan, dienen afzonderlijk per
complex voorstellen te worden gedaan, eveneons via de huuradviescommissie en
nadat het eventueel noodzakelijke overleg met de huurders heeft plaats gehad.
De wijze van vergelijking kan op verschillende manieren geschieden. Voor
de gemeente Leeuwarden waren en de gemeente èn de woningcorporaties de mening
toegedaan, dat zulks uniform moest geschieden. Een werkgroep, bestaande uit
vertegenwoordigers van de woningcorporaties en de gemeente, welke de harmoni
satie heeft voorbereid, heeft geadviseerd het zgn. puntenstelsel toe te passen,
Hierbij wordt de woonwaarde van elke woning uitgedrukt in punten aan de hand
van een schema dat door de Minister werd aanbevolen. De corporaties, de Commis
sie voor het woningbedrijf en ons college hebben zich hiermede kunnen ver
enigen. Wij kunnen hieraan toevoegen, dat ook landelijk overwegend hetzelfde
systeem is gevolgd. Wij mogen U verwijzen naar een bij de stukken gevoegde
overdruk van het blad "Woningraad" van maart 1972, waarin een impressie wordt
gegeven van de landelijke ervaringen tot dusver.
Uit het globale harmonisatieplan voor de gemeente Leeuwarden blijkt dat
de verschillen in huurprijs, die niet berusten op verschil in kwaliteit, in
vele gevallen groot zijn; met name geldt zulks voor de eengezinswoningen. De
aanpassing is echter aan een maximum gebonden, n.l. van de huur per 1 april
1972 van de woningen, die als vergelijkingsobject hebben gediend of 2 x 6%
van de huidige huur van de betreffende woning.
Alle huurders van de woningen van het gemeentelijk woningbedrijf en van
de woningcorporaties zijn omtrent de achtergronden van de huurharmonisatie en
het toegepaste systeem ingelicht. Een exemplaar van de circulaire is voor U
bij de stukken ter inzage gelegd. In aansluiting hierop en nadat de Minister
zijn instemming met het globale plan had betuigd, zijn de huurders begin maart
in kennis gesteld van het effect, dat het harmonisatieplan op hun woning heeft
gehad.
Afgaande op de tot nu toe binnengekomen reacties moet worden geconstateerd
dat vele huurders met de huurverhoging niet akkoord wensen te gaan. De door de
huurders aangevoerde bezwaren kunnen als volgt worden omschreven:
- op grond van onderhoudsgebreken;
- op grond van het ontbreken van douche, wasbakken, boardplafond e.d.
- op grond van sociale omstandigheden (men zegt de hogere huur niet te
kunnen betalen);
- op grond van te hoog geachte vergoedingen voor bijkomende voorzieningen
als tuinonderhoud e.d.
- geen reden.
- 3 -
Met betrekking tot deze bezwaren delen wij U het volgende mede. Huurhar-
runisatie, d.w.z. de onderlinge verhouding van woninghuren in overeenstemming
brengen met de kwaliteit en het woongerief van de woningen, zal de doorstro
ming bevorderen en langs die weg indirect leiden tot een in sociaal en econo
misch opzicht betere verdeling van de woonruimte; wij zien dat als een belang
rijk punt.
Bij huurharmonisatie is uiteraard het gekozen harmonisatiepeil van veel
belang. Men kan zich ook meer dan één harmonisatiepeil voorstellen, b.v. één
voor de eengezinshuizen en één voor de meergezinshuizen. Meer dan één peil
heeft het nadeel, dat de flats met verhoudingsgewijs hoge huren er ten opzichte
van de huren der eengezinswoningen nog ongunstiger voor komen te staan dan nu
reeds het geval is. Het laatste is de reden geweest dat in Leeuwarden voor
één peil is gekozen, hoewel zulks de huren van de eengezinswoningen weer sterk
beïnvloedt. Met de werkgroep zijn wij van mening, dat dit echter in overeen
stemming mag worden geacht met de doelstellingen van de huurharmonisatie:
aan het eengezinshuis wordt toch algemeen een hogere woonwaarde toegekend dan
aan het meergezinshuis
Aan huurharmonisatie zijn ook nadelen verbonden vanwege het veelal kunst
matige karakter van de wijze, waarop nieuwe huurprijzen worden vastgesteld en
het feit, dat harmonisatie veelal zal leiden tot verhoging van de huur en dus
tot een stijging van de kosten van levensonderhoud. Daartegenover staat, dat
vooral in de eerste 10 jaar na de oorlog de huren kunstmatig laag zijn gehou
den, zodat er een grote discrepantie ontstond en nog steeds bestaat tussen de
prijsindex van de huren en die van de bouwkosten.
Bovendien dient te \rorden bedacht, dat de Minister met het oog op de
huurharmonisatie ook de Regeling Geldelijke steun aanvullende huursubsidie
heeft uitgebreid in die zin, dat alle woningen van gemeenten en woningcorpora
ties, welke in het kader van de harmonisatie met meer dan 6$& in huur worden
verhoogd, in principe vallen onder genoemde regeling. Op deze wijze wordt be
reikt dat de verhouding huur/inkomen, welke als regel op 1/6 tot 1/7 kan wor
den gesteld, in de meeste gevallen niet ongunstiger behoeft te worden.
De kwestie van de onderhoudstoestand, voor velen aanleiding tot het be
zwaar, is uiteraard zeer belangrijk. Vandaar ook dat bij bezwaarschriften de
huuradviescommissie moet worden ingeschakeld, waardoor waarborgen zijn gescha
pen voor een uniforme en objectieve beoordeling.
Wij hebben U in het bovenstaande een uiteenzetting gegeven van de wijze,
waarop de huurharmonisatie voor de eerste keer is aangepakt. Wij zijn ons er
van bewust, dat deze harmonisatie hier en daar wel eens aanleiding zal kunnen
zijn tot bezwaren. Dat is inmiddels ook wel gebleken. Het gaat hier om een
nieuwe en vrij ingewikkelde materie.
Voor de huurharmonisatie in de jaren na 1972 zullen meer uitgewerkte plan
nen moeten worden opgesteld. Teneinde te bevorderen, dat de daarvoor nodige
kennis in brede kring beschikbaar komt, zullen in overleg met de Vereniging
van Hederlandse Gemeenten en met de Eederatie van woningcorporaties in een
aantal gemeenten onderzoekingen worden verricht ten aanzien van de wijze,
waarop een harmonisatieplan verder moet worden uitgewerkt. Wij verwachten daar
omtrent te zijner tijd nader door de Minister te worden geïnformeerd.
Terugkomend op het aan Uw Raad gerichte adres van de bewoners van de Va-
leriusstraat e.o. geven wij U hierbij de gemiddelde huren van de betreffende
complexen op 31 maart 1972, de harmonisatiehuren en de nieuwe huren per 1 april
1972.
270 woningen Valeriusstr. e.o.
54 woningen Euterpestraat e.o,
200 woningen Corellistraat e.o,
33 woningen Valeriusstr. e.o,
144 woningen Rameaustraat e.o.
huren 31-3-1972
92,67
92,22
94,65
92.65
91,53
harmonisatie-
huren
101,41
136,61
105,45
99,45
huren 1-4-1972
101,41
102,20