Onttrekken aan het openbaar verkeer van een gedeelte van de Lekkumerweg. Bijlage no. 324- Leeuwarden, 19 oktober 1972. Aan dc Gemeenteraad. Volgens het bestemmingsplan "Lekkumerend" en het op 28 augustus j.l. r door de raad vastgestelde bestemmingsplan "Lekkumerend-Oost" is ten oosten I van de Droppingsstraat een winkelcentrum geprojecteerd, terwijl in dat- I zolfde gebied ten zuiden van de Gebr. Wierdastraat bejaardenwoningen in I 4 bouwlagen zijn gepland. Het gedeelte van de Lekkumerweg, dat de bedoelde bouwterreinen doorsnijdt, komt te vervallen. Dit gedeelte is op de ter I inzage gelegde tekening roodgekleurd aangegeven. Voor het verwezenlijken van de bouw van het winkelcentrum heeft zich inmiddels een gegadigde gemeld, met wie thans onderhandelingen over de i verkoop van de benodigde grond worden gevoerd. Dc plannen voor de bouw van K do bejaardenwoningen, uit tc voeren door de Woningstichting St. Joseph, I verkeren reeds in een vergevorderd stadium. Voor het realiseren van deze bouwplannen dient de beschikking te worden verkregen over het eerderbedoelde gedeelte van de Lekkumerweg. In -verband hiermede dient dit weggedeelte aan het openbaar verkeer te worden I onttrokken, ilaar onze mening levert dit voor hot verkeer geen bezwaren op, I omdat dit gebruik kan maken van de Droppingsstraat en van de Gebr. Wierda- I straat en in een later stadium van de nog aan te leggen Gijzelaarsstraat I on van het ten oosten daarvan ontworpen weggedeelte, dat iets noordelijker I aansluiting krijgt op het overblijvende gedeelte van de Lekkumer'.'i.g. Ons voornemen tot het onttrekken aan hot openbaar verkeer van een I gedeelte van de Lekkumerweg hebben wij op 8 september 1972 door middel van F opneming in oen tweetal dagbladen, door aanplakking op het gemeentelijke â– aanplakbord en door aanplakking op of in de nabijheid van het betreffende B weggedeelte a ci n eventuele belanghebbenden tor kennis gebracht, onder medo- I deling, dat bezwaren tegen het opheffen van de openbaarheid tot 14 oktober 1972 schriftelijk bij Uw raad konden worden ingediend. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt, zodat hieruit de conclusie moet worden getrokken, dat bij doze onttrekking geen belangen van wie dan ook worden aangetast. Tenslotte delen wij mede, dat wij het wenselijk achten, dat de da- tum van ingang van de onttrekking wordt bepaald zodra bekend is wanneer do bouwterreinen in gebruik zullen worden genomen en nadat de op het be- treifende weggedeelte aansluitende tijdelijke weg (bouwweg) door een andere weg zal zijn vervangen. Op grond van het vorenstaande geven wij in overweging te besluiten iovereenkomstig hot hierbij gevoegde ontwerp. Burgemeester en V/ethouders van Leeuwarden. J.S. Brandsma Burgemeester. de Jong Secretaris

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1972 | | pagina 107