Verslag van de commissie van rapporteurs als Bedoeld in art. 50, lid 2 van
bet Reglement van orde met antwoord van Burgemeester en Wethouders
Bijlage no535
BEGROTING 1975
AFDELING I.
ALGEMEEN.
1, Een aantal leden is van plan alge
mene en/of financiële beschouwin
gen te houden.
2. Is het College van B. en W. niet Inderdaad,
van mening dat de aanbiedings
brief bij de begroting voor 1975
het hoofd "ontwerpbegroting 1975"
moet dragen i.p.v. "ontwerpbe
groting 1972"?
Welke punten acht het College in
de komende jaren in het kader van
de ontwikkeling van het Noorden
voor Leeuwarden van bijzonder be
lang?
Omtrent welke concrete punten be
treffende de ontwikkelingen van
het Noorden hebben B. en W. regel
matig contact met de rijksoverheid?
Kan t.a.v. de onderscheiden punten
worden toegelicht of er uitzicht
op concrete resultaten bestaat?
5. Kunt de verwachtingen, dat in de
nota "Noorden des lands" maatrege
len zullen worden opgenomen, welke
zullen leiden tot een versterking
van de positie van Leeuwarden als
een van de centrale plaatsen van
het Noorden, niet wat nader con
cretiseren?
6. Hoe is de stand van zaken betref
fende het overleg van de gemeente
met de verschillende departementen
inzake de bouw van een nieuw huis
^an bewaring en het beschikbaar
komen van het terrein waarop thans
het huis van bewaring en de gevan
genis staan?
3, 4 en 5» Als belangrijkste punten
voor Leeuwarden in het kader van de
ontwikkeling van het Noorden zien wij
wegverbindingen, infra-structuur ver
beterende werken, onderwijsvoorzienin
gen, sociaal-culturele voorzieningen
en spreiding van rijksdiensten.
Over deze punten hebben wij met de be
treffende bewindslieden contact gehad.
Voor een nadere toelichting op deze
punten verwijzen wij naar onze brief
van 6 oktober 1971 aan de betrokken
bewindslieden, welke wij voor de raads
leden ter inzage hebben gelegd.
Wat de realisatie van onze verwachtingen
betreft, mogen wij verwijzen naar de in
middels verschenen "Nota Noorden des
lands 1972" en de nota over de sprei
ding van de rijksdiensten.
("De ontwikkeling van de Haagse agglo
meratie en de afremming van de groei
van de kantorensector").
Op 27 januari 1972 hebben wij voor het
laatst overleg gepleegd met de Staats
secretaris van Volkshuisvesting en
Ruimtelijke Ordening, drs. Buck. Daar
bij waren ook alle andere bij deze pro
blematiek betrokken instanties vertegen
woordigd (o.m. de directie voor het ge
vangeniswezen en de directie rijksge
bouwendienst)
Aangezien een nieuw huis van bewaring in
Leeuwarden in het normale bouwprogramma
van het Ministerie van Justitie voor de
eerstkomende jaren niet kon worden opge
nomen, bleek de enige mogelijkheid om