- 4 - CTENS DIENST. ot'dstuk II, Algemeen beheer ilgno8 Acht het College het moment reeds aangebroken om de vergaderingen van de raadscommissies in het open baar te doen plaatsvinden? De ervaring, welke in dit verband uet statencommissies wordt opge daan, vormt toch wel een bewijs dat de openbaarheid het functio neren van deze commissies niet in de weg behoeft te staan. Hebben B. en W. nog concrete plan nen voor verdere doorvoering van het basisbeginsel van openheid en inspraak? Hunnen met name de commissies voor het woningbedrijf, voor opbouwwerk en het Princessehofdie bij de ge houden enquête geen bezwaren hadden tegen openbaarheid van hun verga deringen, niet bij wijze van proef voortaan in het openbaar vergaderen? Aan het einde van de b.v. op één jaar te stellen proefperiode zou het experiment kunnen worden geëva lueerd en zou kunnen worden nagegaan of het experiment al dan niet tot andere commissies kan worden uitgebreid Tolgno. 52. Is het College bereid de Raad door middel van een nota inzicht te ge ven in het functioneren van de afd. ïoorlichting en op welke wijze de ambtenaren van deze afdeling be trokken worden in het "verwoorden" van het gemeentelijk beleid? Deze aangelegenheid is zeer recentelijk (5 juni 1972) uitvoerig besproken in een vergadering van de Gemeenteraad. Baarbij is besloten voora.lsnog te vol staan met de vergaderingen van de hier- bedoelde commissies met ingang van 1 juli 1972 toegankelijk te doen zijn voor alle raadsleden. Wij menen thans te mogen volstaan met te verwijzen naar het verslag van deze vergadering. In deze gemeente is een systeem ont wikkeld waardoor in belangrijke mate inspraak mogelijk is en zoveel mogelijk openheid wordt betracht. Bit "basisbe ginsel" is dus reeds doorgevoerd, Haar aanleiding van de over deze aan gelegenheid gevoerde discussies bij de behandeling van de begroting 1971? is aan alle Commissies va.n Advies en Bij stand de vraag voorgelegd of en in hoeverre hun vergaderingen openbaar zouden moeten zijn. Uit de ingenomen standpunten is dtiidelijk gebleken, even als trouwens uit de destijds in de Raad gevoerde discussies, dat aan openbaar heid van commissievergaderingen niet alleen voor- doch ook nadelen zijn ver bonden. Mede gelet op de door de com missies zelf ingenomen standpunten en rekening houdende met de aard van de punten die over het algemeen in de ver schillende commissies aan de orde komen, zou overwogen kunnen worden bij wijze van proef de vergaderingen van de Commissie voor het Opbouwwerk - behoudens uitzonderingsgevallen - in het openbaar plaats te doen hebben. Op 18 augustus 1970 hebben wij een rapport betreffende de werkzaamheden van het bureau Voorlichting naar de Raad doen uitgaan. Afgezien van het feit, dat een deel van de daarin ver werkte gegevens nu verouderd is, menen wij naar dit rapport te mogen verwijzen omdat de aard der voorlichtingswerk zaamheden sindsdien niet is gewijzigd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1972 | | pagina 136