AFDELING II. GROIÉDBEDRIJF. Hebt U bij Uw opmerking over de diverse moeilijke gevallen in de sanerings gebied en het oog op moei lijk plaatsbare gezinnen of op aoeilijk te verwerven panden? Hls er een dermate goed overleg tus sen Grondbedrijf, Openbare Herken en Plantsoenendienstzodat een optimaal behoud van aanwezige na tuurlijke begroeiing (vooral de oudere bomen) is gegarandeerd bij stadsuitbreiding en/of nieuwe wegenaanleg? Heeft de Plantsoenen dienst in dit kader voldoende "gewicht"? Zijn B. en V. bereid stappen te on dernemen, die leiden tot het ver werven van de oeverstrook met pad (ülokkepad) langs de oostkant van de Dokkumer Ee? Het verzoek van de aanliggende bedrijven het pad af te sluiten is o.i. in strijd met de belangen van de bewoners van "Lekkumerend"een wijk met weinig recreatieve mogelijkheden, die dan dit "Ommetje" ook nog moeten missen. Beide problemen doen zich voor. Hij hadden echter speciaal het oog op niet meer voor bewoning gebruikte panden, over de verwerving waarvan moeilijk overeenstemming kan worden bereikt. Bij de uitwerking van nieuwe plannen voor stadsuitbreiding enz. is het rekening houden met de bestaande be groeiing niet altijd mogelijk. Het is een gelukkige bijkomstigheid dat in de voor stadsuitbreiding bestemde gebieden (veelal weilanden) weinig hoge be planting voorkomt De meeste problemen doen zich voor bij verbreding van bestaande wegen. Hij hebben dan veelal te doen met oudere bomen, die in de trottoirs staan en dan moeten worden verwijderd om de voorgenomen rijwegverbreding te reali seren. In het belang van de milieuzorg en van het klimaat van de woonomgeving houden wij zoveel mogelijk rekening met de bestaande begroeiing, doch in sommige situaties zal er niet aan zijn te ontkomen, dat het verkeer ook slacht offers onder de bomen maakt. Bij besluit van de Raad van 24 juni 1964 no. 8252 is een grondruil aangegaan met mevr. S. Timmermans-Bloemhof, waar bij de gemeente aan mevr. Timmermans heeft overgedragen een perceel indu strieterrein ten noorden van de Krijn van d en IlelmstraatHierin was begrepen een gedeelte van het onderhavige pad, grenzende aan het industrieterrein. Bij deze transactie heeft de gemeente de verplichting op zich genomen "om de geëigende maatregelen te nemen, welke er toe leiden, dat het voetpad van de legger der openbare wegen wordt afgevoerd en dit pad daarna in feite voor het verkeer te sluiten". Op 10 mei 1966 heeft de Raad besloten om het Blokkepad op een nader door B. en H. te bepalen datum aan het openbaar verkeer te ont trekken. Dit raadsbesluit is daarna goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Friesland,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1972 | | pagina 140