- 85 -
vnlgno. 550.
Zijn B. en W. mot ons van oordeel
dat de functie van het opbouwwerk
niet zozeer gelogen is in het stich
ten van ruimte-biedende voorzienin
gen, dan wel in het bevorderen van
de actieve deelname van groepen bur
gers aa,n activiteiten en besluit
vorming m.b.t. hun eigen woon- en
leefmilieu
Is het College voornemens cr naar
te streven, dat dorps-, buurt- en
wijkraden op bestuurlijk en ambte
lijk niveau stelselmatig en vroeg
tijdig betrokken worden bij de uit
werking van voor die bevolkingen van
belang zijnde bestuurlijke maatregelen?
Is het College in dat kader bereid
na to gaan welke categorieën van in
cidentele dan wel periodiek terug
kerende overheids-beslisoingon in
aanmerking komen voor oen dergelijke
samenwerking tussen do stedelijke
overheid en de betrokken bevolkingen?
Is het College bereid om in daarvoor
in aanmerking komende raadsvoorstel
len stoods melding te maken van aard
en resultaten van hot gevoerde over
leg?
Be stichting Dorpshuis Lelckum blijkt,
als gevolg van kostenstijgingen en
bepaalde eisen vanwege dc brandpre
ventie, in financiële moeilijkheden
te verkeren. Ligt hier niet een taak
voor do Gomec-nte om deze moeilijkhe
den mee op te lossen?
Wij zijn van mening, dat de twee in de
vraag neergelegde taken passen in het
kader van de samenlevingsopbouw. Beide
activiteiten worden in onze gemeente
dan ook toegepast.
Enerzijds kan gedacht worden aan het
onderzoeken naar en realiseren van
multi- functionele voorzieningen t.b.v.
wijken on dorpen, anderzijds wordt do
bevolking actief ingeschakeld bij de
plannen in bijvoorbeeld de Transvaal-
wijk en Oldegalileën en wellicht in de
toekomst nog in andere wijken.
2 en 3.
Deze vraag wordt bevestigend beantwoord.
Overigens zij in dit verband vermeld,
dat er zowel tussen do Wethouder van
Ruimtelijke Ordening in zijn hoedanig
heid van contactpersoon tussen gemeente
bestuur en de besturen van dorpsbelan
gen, als de Wethouder van Welzijnsaange-
legenhoden regelmatig contacten met de
besturen van genoemde raden zijn. In deze
besprekingen kunnen alle gewenste on
derwerpen aan de orde worden gesteld.
Zonodig worden bepaalde zaken onder de
aandacht van de andere portefeuille
houders gebracht.
Dit gebeurt reeds zoveel mogelijk; in
de toekomst zullen wij deze gedragslijn
blijven volgen.
De financiële problemen van de Stichting
Dorpshuis Lekkum zijn ons bekend. Wij
zijn het stichtingsbestuur, na het be
kend worden van deze moeilijkheden, di
rect behulpzaam geweest in het vinden
van oplossingen, om uit de financiële
impasse te geraken. Raar onze mening is
dit grotendeels gelukt.