3het samenvoegen van de Diensten Openbare Werken en Grondbedrijf tot oen geïntegreerde Dienst Openbare Werken/Grondbedrijf, bi.j welke dienst als een van de onderdelen het Ruimtelijke Ordening nanagenent wordt ondergebracht Het Raadgevend Bureau is van mening, dat door het samenvoegen van deze beide bedrijven een betere coördinatie en integratie van werkzaamheden, alsook een meer evenwichtige taakverdeling tot stand kan worden gebracht, Boor de Ruimtelijke Ordening manager in het kader van deze geïntegreerde dienst te laten opereren, worden voorts de juiste voorwaarden geschapen voor een optimale vervulling van de managementfunctie binnen dit proces van de Ruimtelijke Ordening. Tegen het instellen van een zelfstandige stedebouwkundige dienst ziet het Raadgevend Bureau verschillende beswaren, net name: a. een zelfstandige stedebouwkundige dienst, waarbinnen een totaal bestemmingsplan volledig tot stand kan worden gebracht, vereist een zeer hoogwaardige en gedifferentieerde opbouw, waardoor onver mijdelijk in het totale gemeentelijke apparaat ongewenste doublures sullen optreden; b. het uitgangspunt om van de deskundigheden, aanwezig in het huidige gemeentelijke apparaat, een optimaal gebruik te kunnen naken, kont in een zelfstandige stedebouwkundige dienst niet of onvoldoende tot haar recht; c. de instelling van een zelfstandige stedebouwkundige dienst zal kunnen leiden tot een te grote discrepantie tussen de voorbereidende akti- viteiten in alle fasen van het Ruimtelijke Ordening proces en de realiteit van de"uitvoering. 4. tenslotte doet het Raadgevend Bureau voorstellen met betrekking tot se: vervullen van de directiefunctie van de nieuw te vormen dienst Openbare Herken/Grondbedrijf s Bij overnemen van de adviezen, zoals deze door het Raadgevend Bureau in zijn rapport zijn neergelegd, zal de Dienst Openbare V/erken/ Grondbedrijf bestaan uit de volgende onderdelen: - Openbare Verken. - Stedebouw/Bouwkunde. - Grondbedrijf. - Ruimtelijke Ordening management. Hierbij wordt er van uitgegaan dat de gemeenschappelijke taken aan een van de vier onderdelen zullen worden toebedeeld. Voor de Directiestructuur van deze geïntegreerde Dienst noemt het Raadgevend Bureau twee alternatieven: - een hoofddirecteur Openbare Verken/Grondbedrijf, met vier mede directeuren; - een directorium, bestaande uit vier directieleden, waarbij de Ruimtelijke Ordening manager een "knoop-doorhakfunctie" heeft. Beide mogelijkheden zijn in de overwegingen betrokken. lïa afweging van de voor- en nadelen (zie hierover uitvoerig het rapport) is het Raadgevend Bureau tot de conclusie gekomen, dat het directorium als directiestructuur de voorkeur verdient. pet door het Raadgevend Bureau ingestelde onderzoek heeft naar ons oordeel Inogeens duidelijk de problemen aangetoond, waarmede men bij de huidige lorganisatie van de betreffende onderdelen van het gemeentelijk apparaat ophot gebied van de Ruimtelijke Ordening wordt geconfronteerd. |3ij bestudering van het rapport blijkt, dat deze problemen in hoofdzaak orden veroorzaakt door een onvoldoende vervulling van de managementfunctie, Elsook door een te geringe en te formele samenwerking. 'ij zijn van oordeel, dat de door het Raadgevend Bureau uitgebrachte Mezen en voorgestelde maatregelen in belangrijke mate er toe kunnen bijdragen, dat in het Ruimtelijke Ordening proces, zoals dit thans in deze gemeente plaats vindt, verbetering zal worden gebracht, t de directiestructuur van de nieuw te vormen Dienst Openbare Werken/ Grondbedrijf betreft, zijn wij met het Raadgevend Bureau van mening, dat ter oorkoming, dat de functie van het management onvoldoende tot haar recht |:;1 komen, gekozen dient te worden voor een structuur, waarbij de leiding ,n de nieuwe dienst wordt uitgeoefend door een directorium, waarin naast |ie huidige adjunct-directeuren van Openbare Werken en de Directeur Grondbedrijf, s opgenomen een directeur die speciaal zal worden belast met het management c: het gebied van de Ruimtelijke Ordening. in deze constructie zal ieder van de directeuren voor wat betreft zijn 'gen onderdeel een eindverantwoordelijkheid ten opzichte van het College ,n Burgemeester en Wethouders -dienen te dragen, foor wat betreft de onderdelen Openbare Werken, Stedebouw/Bouwkunde en bondbedrijf houdt dit in een verantwoordelijkheid in het technische vlak, foor wat de Ruimtelijke Ordening manager betreft, betekent dit een ver- itv/oordelijkheid voor de projectorganisatie, alsook voor de hierboven he lheide zaken, welke alle onderdelen van de Dienst gezamenlijk betreffen, pais planning, coördinatie, personeelszaken, administratie, huisvesting aken, enz. Possen de directieleden onderling dient geen hiërarchische verhouding te hstaan. Ook de Ruimtelijke Ordening manager dient ten opzichte van de verige directeuren nevengeschikt te zijn, met dien verstande, dat deze ^-reoteur uiteindelijk de verantwoordelijkheid dient te dragen voor eon pede interne functionering van de Dienst. toals gesteld, is het organisatie-onderzoek gesplitst in twee fasen, waarbij - -"eede fase betrekking heeft op het nader uitwerken en detailleren van te adviezen en het begeleiden van de uitvoering daarvan. fe" Haadgevend Bureau stelt in haar rapport voor do nadere uitwerking van ,;n adviezen en de uitvoering daarvan te laten voorbereiden door een fcutal ambtelijke groepen onder leiding van een stuurgroep.' f -ureau zelf zal daarbij als externe deskundige ingeschakeld blijven, pset kader van deze nadere detaillering van de adviezen zal bij de -,se van het Ruimtelijke Ordening proces onder neer een herbezinning pe,en plaats vinden op de wijze en op het tijdstip van inschakeling, menstelling en de taak van de bestaande comnissiesdie zich bewegen op gebied van de Ruimtelijke Ordening.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1972 | | pagina 227