No. 14249. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 9 november 1972 (Bijlage no. 339); BESLUIT: I. ten behoeve van de afvoer van het rioolwater, afkomstig uit het bestemmingsplan Westeinde, in het Schapendijkje een persleiding aan te leggen met een doorsnede van 250 mm en verder overeenkomstig de bij dit besluit behorende tekening no. W 1-3G-01; II. voor het uitvoeren van het onder I bedoelde werk een krediet'beschik baar te stellen van 46.000, Aldus vastgesteld in de openbare vergadeïin van Voorzitter. Secretaris. Uileggen van één centrale antenne-inrichting voor T.V. en radio-ontvangst voor i stad Leeuwarden. ilage no. 340. Leeuwarden, 9 november 1972. Aan de Gemeenteraad. Het overbrengen van televisiebeelden voor allerlei doeleinden neemt de laatste [ren hand over hand toe.. Het eindpunt van de aanwendingsmogelijkheden is nog lang [et bereikt. Teneinde te kunnen vaststellen op welke wijze wij op deze ontwiklcelin- L net name door de aanleg van centrale antenne-inrichtingen voor T.V. en radio- itvangst, het beste zouden kunnen inhaken en ook de inwoners van onze gemeente kron zoveel mogelijk zouden kunnen laten profiteren, hebben wij een ambtelijke [rkgroep verzocht daarover advies uit te brengen. Genoemde werkgroep heeft d.d. 25 augustus dat advies aan ons uitgebracht. Wij itlenen daaraan het volgende: krachtens de Telefoon- en Telegraafwet, zoals deze laatstelijk is gewijzigd bij de ïet op 8 oktober 1969 en de op grond daarvan uitgevaardigde Ministeriële be schikking van 27 juli 197° zijn in beginsel drie systemen mogelijk, n.l. a. een gemeenschappelijke antenne-inrichting (G.R.I.) Hieronder wordt verstaan een technische voorziening,die met één antenne- unit en kabelversterkerapparatuur rechtstreeks uit de ether T.V. en radio programma's opvangt en aan een beperkt aantal woningen doorgeeft, als regel voor niet meer da.n 100 woningen. Voor een G.A.I. is een machtiging van de P.T.T. vereist. b. een centrale antenne-inrichting (C.A.I.) De C.A.I., in feite niets anders dan een grote G.A.I.is bestemd voor de doorgifte van rechtstreeks uit de etheropgevangen programma's naar stads wijken, gemeenten en agglomeraties. Voorzover de Minister van Cultuur, Re creatie en Haatschappelijk Werk daar krachtens de Omroepwet toestemming voor verleent, kan een C.A.I. ook gebruikt worden voor de overbrenging van andere b.v. lokale programma's. Ook voor de C.A.I. is een machtiging van de P.T.T. vereist, die niet wordt verleend dan nadat het College van B. en W. daarin is gekend. c. een centraal antennesysteem (C.A.S.) Het C.A.S. is een systeem, waarbij C.A.I.-en gekoppeld worden aan een inter lokaal toevoernet (kabels of straalverbindingen), waarover omroepprogramma's worden aangevoerd afkomstig van buitenlandse zenders, die op te grote af stand zijn gelegen om hun uitzendingen door middel van de antenne direct uit de other te kunnen ontvo,ngen. Voor een C.A.S. is een concessie, vereist te verlenen door de Kroon. Een zo danige concessie is aangevraagd door de N.V. CASEMA, waarin de P.T.T. voor 60jo en de N0ZE1IA voor 40$ deelneemt. Een spoedige beslissing hieromtrent valt evenwel niet te verwachten en uit dien hoofde is een C.A.S. momenteel weinig actueel. Aan de invoering van een C.A.I-. zijn volgens het oordeel van de werkgroep wezen lijke voordelen verbonden. Als zodanig werden genoemd: a. Door toepassing van één ontvangststation voor een gehele wijk of stad kunnen alle overige masten verdwijnen. b. Reflecties of afscherming door de hoogbouw behoren alsdan tot het verleden. c. Toekomstige uitbreidingen en aansluiting op een C.A.S. zijn. gemakkelijk te realiseren. 4. Iedereen kan aangesloten worden en van de voorziening profiteren, e. Ben C.A.I. geeft mogelijkheden voor plaatselijke voorzieningen met beeld en ge luid en eventuele andere informatie (educatieve programma's, talenpractica, verkeerssignaleringen, brandalarm, directe uitzending van raadsvergaderingen e.d. A Do aanleg kan geleidelijk geschieden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1972 | | pagina 230