- 2 Voor een goed begrip wordt opgemerkt, dat een C.A.I. momenteel geen uitbrei ding van het programma inhoudt en ook niet altijd de garantie geeft voor een betere ontvangst van die programma's, welke bij gebruik van een G.. .1., slechts nu en dan en veelal minder goed kunnen worden ontvangen. - 3 je werkgroep is van oordeel dat bij de verdere uitbreiding van nieuwe installa ties of uitbreiding van bestaande installaties fasegewijs naar een C.A.I. voor 4e gehele stad zal moeten worden toegewerkt. Aangezien de aanleg van een C.A.I. t gemakkelijkst kan plaats vinden in nieuwe bestemmingsplannen en voor de rcali- jiteraard worden bij een lokaal net van grotere omvang de mogelijkheden voor hotIsering van de woningbouw in deze plannen in hoofdzaak de woningbouwcorporaties plaatsen van het ontvangststation op een hoog gelegen punt vergroot en daar mede een betere ontvangst vorkregen. Bij een C.A.I.-systeem zullen echter enkele organisatorische, juridische en financiële vraagstukken moeten worden opgelost, als gevolg waarvan de aanloop periode voor de aanleg langer zal zijn dan by een G.A.I. Ook in aanschaf komt een C.A.I.-systeem duurder uit (naar schatting 25/j 3. Aanleg en exploitatie van een C.A.I. kunnen plaats vinden door een stichting, een woningbouwcorporatie, een vereniging van huiseigenaren, een bedrijf er ar tikel 252 van de Gemeentewet, b.v. het G.E.B., tc-rwijl ook een buiten de ge meente staande concessionaris zou kunnen worden ingeschakeld. Be hiervoor genoemde exploitatievormen komen vrijwel alle in de lande voor. le kend is dot in s-Iiertogenbosch de aanleg en exploitatie door het Gemeentelijk Energie- en Waterbedrijf wordt verzorgd. In Breda heeft men de CASE11A ingescha keld; in Zoetermeer komt een stedelijke centrale antenne-inrichting. Betekent het verlenen van een machtiging van de P.T.T. voor een C.A.I. voor een bepaald gebied enerzijds dat daarna geen tweede machtiging voor hetzelfde gebied aan anderen meer wordt verstrekt, anderzijds zal moeten worden ingegaan op elk verzoek tot aansluiting door één of meer bewoners binnen het machtiging gebied, uiteraard tegen betaling van de te maken kosten. In dit verband is een duidelijke vaststelling van de begrenzing van het gebied van veel belang. Het C.A.I.-systeem leent zich bezwaarlijk voor de meer ver spreide bebouwing; voor b.v. de bestemmingsplannen Aldlan-West, Aldlan-Oost en Westoinde - praotisch maagdelijke gebieden - is daarentegen voor een C.A.I, een ideale situatie aanwezig. 4. Ten aanzien van de huidige situatie in onze gemeente wordt vermeld dat alle bestaande antenne-installaties (ruim 100 met circa 11.000 woningen) zijn uitge voerd als G.A.I.- en grotendeels eigendom zijn van de woningbouwcorporaties en het gemeentelijk woningbedrijf. Als gevolg van een verzwaring van de technische voorschriften van de P.T.T. zullen binnen afzienbare tijd een aantal G.A.I.- en moeten worden aangepast. Ombouw tot C.A.I.-en dan wel aansluiting op oen C.A.I. zal in meerdere gevallen technisch niet mogelijk zijn. 5. Wil men de uiteindelijk door de bewoner te betalen vergoeding voor de aansluit!; op oen C.A.I. zo laag mogelijk houden, dan is het duidelijk dat zoveel mogelijk woningen van het systeem gebruik zullen moeten maken. Be vraag is daarbij niet ls initiatiefnemers zullen optreden, heeft de werkgroep terzake overleg ge leegd nc-t de Federatie van Leeuwarder Woningbouwcorporaties. Uit dit overleg is gebleken, dat de corporaties unaniem voorstander zijn van le aanleg van C.A.I.- en in nieuwe bestemmingsplannen. Baarbij is tevens duidelijk paar voren gekomen, dat de corporaties op het standpunt staan, dat zij bij de aan leg en exploitatie van deze C.A.I.-en daadwerkelijk betrokken dienen te zijn. Tegen de inschakeling van de woningbouwcorporaties bij deze activiteiten be staat, naar het oordeel van de werkgroep, geen bezwaar. V/at betreft, de vorm waarin de aanleg en exploitatie van de C.A.I.-en in Leeuwarden zou kunnen plaats vinden, is de werkgroep van mening, dat, gelet op ie uitdrukkelijk uitgesproken wens van de corporaties daarbij zelf daadwerkelijk betrokken te worden, daarvoor het best gekozen zou kunnen worden voor een stich ting, waarin zowel de gemeente als de woningbouwcorporaties deelnemen. Daarmede is tevens in voldoende mate gewaarborgd, dat de in rekening te brengen vorgoe- lingen cn aansluittarieven op een redelyk peil zullen worden vastgesteld cn dat niet zal worden gestreefd naar het maken van winst. Overigens sou voor een gezamenlyk aanleggen en exploiteren vo.n C.A.I.-en in velke vorm dan ook, in ieder geval voldaan moeten worden aan de volgende voor- naar den de gemeente zal voor de op te richten lokale stadsnetten zelf als machtiging houder moeten gaan fungeren, teneinde op toekomstige ontwikkelingen voorbe reid te zijn en zonodig regelend te kunnen optreden; fc. de geografische begrenzing van deze netten zal door het College van Burge meester en Wethouders in overleg met de op te richten stichting moeten wor den vastgesteld; c, de door de stichting in rekening te brengen vergoedingen 011 aansluittarieven zullen aan do goedkeuring van het College van Burgemeester en Wethouders moe ten worden onderworpen. Wij delen mede, dat wij ons, na afweging van de aan oen C.A.I. verbonden voor- en nadelen, met de aanbevelingen van de werkgroep hebben kunnen verenigen. Deel name van de gemeente in een op te richten stichting achten ook v/ij gewenst, niet alleen met het oog op de bij het gemeentelijk woningbedrijf in exploitatie zijnde 4.200 woningen, naar ook teneinde daarmede het algemeen belang, dat bij de alleen in hoeverre bewerkstelligd kan worden dat individuele bewoners verplicht ,anleg en exploitatie van C.A.I.-en betrokken is, te accentueren kunnen worden zich op een C.A.I. aan te sluiten, ook is van belang in hoever:; zij een 'gedoogplicht opgelegd kunnen krijgen, wanneer kabels on installaties ia of op particuliere eigendommen noodzakelijk zullen zijn. Ter bevordering vnu oe: optimaal gebruik ziet de werkgroep de volgende mogelijkheden; a. Civielrechtelijk kan do gemeente bij verkoop van bouwterreinen aan do kopers de hiervoren genoemde gedoogplicht opleggen oivia een kettingbeding met boete bepalingen eveneens aan opvolgende eigenaren. By bestaande bebouwing sullen de eigenaren vrijwillig een dergelijke gedoogplicht op zich moeten nemen. Iïe- geling langs publiekrechtelijke weg wordt niet mogelijk geacht b. In artikel 265 van de gemeentelijke bouwverordening kan een bepaling worden opgenomen, welke als nadere eis voor het verlenen van een bouwvergunning, stelt, dat in elke nieuwe woning een aansluitgelegenheid op een C.A.I. noet worden aangebracht. Voor bestaande bebouwing sou hiervoor een overgangster mijn van 3 of 5 jaar kunnen worden vastgesteld. c. Op de naleving van het thans reeds in artikel 352 a van de bouwverordening vervp.tto verbod tot het plaatsen van een antenne op een woning of een woon gebouw als daarheen centrale antenne-energie kan worden gevoerd, zal do gemeente nauvlettend moeten toezien; voor de aanwezige antenne-masten zul evenwel door aanvulling van het desbetreffende artikel oen overgangstermijn van 3 of 5 jaar kunnen vorden vastgesteld. '/el zijn wij van mening, dat de mogelijkheid overwogen dient te worden in deze stichting ook representanten van particuliere huiseigenaren te doen vortegen- üoordigen Ook de Federatie van Leeuwarder Woningbouwcorporaties, met wie wij de aanbe volingen van de werkgroep hebben besproken, heeft zich daarmede kunnen verenigen. Gelet op het bovenstaande stellen wij II voor er in principe mee accoord te pan; c. dat do gemeente tezamen met de Leeuwarder Woningbouwcorporaties en represen tanten van particuliere huiseigenaren deelneemt in een op te richten stich ting, welke met de aanleg en exploitatie van lokale stadsnetten wordt belast, oen en ander onder de voorwaarden, zoals deze hierboven zijn aangegeven; b. dat bij de verkoop van bouwgronden, gelegen binnen de begrenzing van een lo kaal stadsnet, waarvoor aan de gemeente machtiging i3 verleend, door de ge meente de voorwaarden worden opgenomen, dat 1. in elke op deze gronden te bouwen woning een aansluitgelegenheid voor een centrale antenne-ir.richting moet worden aangelegd;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1972 | | pagina 231