Verlenen van medewerking aan het bestuur van de Stichting tot oprichting en
instandhouding van één of meer Christelijke scholen voor buitengewoon lager
onderwijs voor Leeuwarden en omgeving voor het herstel van de spanten van de
ja Costaschool.
jijlage no. 358. Leeuwarden^ 9 november 1972.
Aan de Gemeenteraad.
Bij een op 6 september 1972 ingekomen schrijven heeft het bestuur van de
Stichting tot oprichting en instandhouding van één of meer Christelijke scholen
voor buitengewoon lager onderwijs voor Leeuwarden en omgeving verzocht om
aedev/erkingals bedoeld in artikel 183 van het Besluit buitengewoon onder
lijs 1967j juncto artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920, voor het herstel
van de spanten van de onder zijn bestuur staande Da Costaschool voor buiten
gewoon lager onderwijs, Schieringerweg 30, alhier.
Ter toelichting op het verzoek deelt het bestuur mede, dat U bij besluit
Tan 14 december 1970, no. 18062 medewerking heeft verleend voor het herstel
Tan de verrotte lichtkozijnen van bedoelde school. Naderhand is echter ge
bleken, dat niet alleen de lichtkozijnen maar ook de houten spanten van het
getouw verrottingsverschijnselen vertonen.
Uit een door het Instituut T.1T.0. voor bom/materialen en bouwconstructies
ingesteld onderzoek is komen vast te staan, dat alle houten spantonderdelen
in meerdere of mindere mate zijn aangetast door bruinrotverv/ekkende schimmels»
Je oorzaak hiervan moet enerzijds worden gezoeht in het toepassen van een
voor dit doel ondeugdelijk gebleken lijmsoort en anderzijds in een slechte
uitvoering van de vingerlassen. Een en ander heeft tot gevolg gehad, dat in
de houten spanten gaatjes zijn ontstaan, waardoor het water capillair v/ordt
opgezogen. Bovendien heeft de -laminatio van het hout bij spantvoeten geleid
Itot verrotting hiervan. Aangezien wij - gelet op het vorenstaande - van
lening zijn, dat de spantconstructies ondeugdelijk zijn uitgevoerd, is er
hiernaar ons oordeel sprake van herstel, niet het gewone ondorhoud betref
fende. Het schoolbestuur kan dan ook terecht een beroep doen op medewerking,
als bedoeld in artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920. Indien U tot het
Terlenen van deze medewerking besluit zullen wij nog nagaan of en in hoeverre
de met het herstel gemoeide kosten (voor een deel) wegens aansprakelijkheid
voor de gebleken gebreken of in verband met het achterwege kunnen blijven
Tan normaal onderhoud ten laste van anderen of van het schoolbestuur dienen
te komen. Aan het principiële recht van het bestuur op medewerking doet dit
echter niet af.
Door de inwilliging van het verzoek zullen de normale eisen, aan het
geven van lager onderwijs te stellen, naar ons oordeel niet worden over
schreden. Aangezien het verzoek ook overigens voldoet aan de in de wet ge
stelde eisen, behoort de gevraagde medewerking te worden verleend.
Wij adviseren U te besluiten overeenkomstig het hierna opgenomen ont-
verp.
Burgemeester en 1/ethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma
de Jong
Burgemeester.
Secretaris