Be aanbouwen achter de woningen Dennenstraat 72-74 en 91-95 ^ijn bovendien
op de gemeenschappelijke zijdelingse erfgrens tegen elkaar gebouwd.
In de aangehaalde gevallen was er geen reden de realisering van de bouwplannen
uit te stellen totdat de aanbouwen op grond van een nieuu bestemmingsplan
mogelijk zouden zijn. De betreffende bouwvergunningen zijn derhalve net
toepassing van artikel 20 der Wederopbouwwet dan wel net toepassing van de ar
tikelen 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en 50, lid 8, van de
Woningwet verleend.
Het in beroep aangevoerde kan dan ook geen aanleiding geven de gevraagde
vergunning alsnog te verlenen.
Aangezien de Commissie overigens van oordeel is, dat het College van
Burgemeester en Wethouders op juiste gronden tot weigering van do gevraagde
bouwvergunning heeft beslist, adviseert zij de Gemeenteraad het ingediende
beroepschrift ongegrond te verklaren en daartoe vast te stellen het besluit,
zoals dit hierna in ontwerp is afgedrukt.
De Commissie van Advies inzake Beroep
schriften ingevolge de Bouwverordening,
Mr. B.P. van der Veen Voorzitter.
Mr. W.J.G. Reuner Secretaris,
No. B 47/72.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Beschikkende op het beroepschrift, ingekomen op 8 september 1972,
van de heer L. Propstra, Dennenstraat 60, alhier, tegen het besluit
van 15 augustus 1972, no. B 47/72, van Burgemeester en Wethouders,
tot weigering van een vergunning voor de bouw van een eetkamer achter
zijn woning, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie G, no. 14203
overwegende, dat het besluit tot weigering door Burgemeester en
Wethouders op de juiste gronden is genomen;
dat het in beroep aangevoerde geen aanleiding kan geven de ge
vraagde vergunning alsnog te verlenen;
gezien het advies, d.d. 7 november 1972, van de Commissie van
Advies inzake Beroepschriften ingevolge de Bouwverordening;
gelet op artikel 51» lid 1, van de Woningwet;
BESLUIT
het ingestelde beroep ongegrond te verklaren.
Aldus vastgesteld in de openbare vergaderin,
van
Voorzitter.
Secretaris.