Artikel 10.
1. De leden van de commissie onthouden zich van medestemmen over
zaken - benoemingen, schorsingen en ontslagen inbegrepen -
die hen, hun echtgenoten of bloed- of aanverwanten, tot do
derde graad inbegrepen, persoonlijk aangaan, of waarbij zij als
gelastigden zijn betrokken.
2. Een benoeming wordt geacht iemand persoonlijk aan te gaan,
Xiranneer hij behoort tot die personen, tot wie de keuze door
een voordracht of bij herstemming is beperkt.
Artikel 11.
1. Een vergadering vindt geen doorgang, indien niet tenminste de
helft van het aantal leden aanwezig is.
2. Indien een vergadering om de in het vorig lid vermelde reden
niet kan worden gehouden, zal de voorzitter de leden binnen
een week daarna voor een volgende vergadering bijeenroepen.
Deze vergadering wordt gehouden, ongeacht het aantal leden
dat is opgekomen.
In deze vergadering kunnen alleen besluiten genomen worden
over zaken, die op de agenda van de oorspronkelijke vergade
ring stonden vermeld.
Artikel 12.
1. Alle besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen. Over
zaken wordt mondeling, over personen schriftelijk gestemd.
2. Ingeval mondeling wordt gestemd en de stemmen staken, wordt
de zaak op een volgende vergadering opnieuw behandeld. Als
ook dan de stemmen ste„ken, wordt het voorstel geacht te zijn
verworpen.
3.Ingeval schriftelijk wordt gestemd en de stemmen staken, be
slist na herstemming het lot.
4. Indien bij het nemen van een besluit over een zaak door geen
van de leden stemming wordt gevraagd, wordt het voorstel ge
acht te zijn aangenomen.
5. De notulen van de vergadering der commissie vermelden in elk
geval de besluiten der commissie. Zij worden ter kennisneming
aan burgemeester en wethouders gezonden, alsmede aan de in
artikel 14 bedoelde akadenieraad, tenzij de commissie voor wat
dit laatste betreft anders besluit.
Artikel 13.
1. De leiding van de academie is onder toezicht van de commissie,
opgedragen aan een directeur, die wordt benoemd door da raad.
Burgemeester en wethouders dienen daartoe een voordracht in
van twee personen, die is opgemaakt in overeenstemming met
de commissie.
2. De directeur wordt bijgestaan door oen of meer adjunct-direc-
teuren.
3. De directeur woont, tenzij de commissie anders beslist, de
vergadering der commissie bij. Hij heeft in dat geval een ad
viserende stem.
Artikel 14.
Er is een akademieraad, waarvan de samenstelling, de taak en de
werkwijze met inachtneming van deze verordening worden geregeld,
door de commissie, gehoord de directeur, de docenten, de studen
ten, het niet-onderwijzend pe-rsoneel en het vakpersoneel
- 5 -
Artikel 13.
Burgemeester en Wethouders beslissen in de gevallen, waarin
deze verordening niet voorziet, de commissie gehoord.
Artikel 16.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening be
stuurscommissie academie voor beeldend kunstonderwijs Vredeman
de Vries".
Artikel 17.
Deze verordening treedt in werking op een door burgemeester
en wethouders te bepalen datum.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.