Wijzigen van de gemeentebegroting en van de "begrotingen van het Grondbedrijf
het Woningbedrijf en de Dienst voor Reiniging en Brandweer voor het dienst
jaar 1972.
Bijlage no. 399. Leeuwarden, 30 november 1972.
Aan de gemeenteraad.
Onder verwijzing naar de ter inzage gelegde ontwerp-besluiten tot het
wijzigen van de gemeentebegroting en van de begrotingen van het Grondbedrijf,
het Woningbedrijf en de Dienst voor Reiniging en Brandweer voor het dienst
jaar 1972, delen wij U het volgende mede.
Grondbedrijf
In verband met genomen besluiten tot het aankopen van een perceel grond
en tot het toekennen van schadeloosstellingen wegens voortijdige ontbinding
van pachtovereenkomsten, wordt een krediet geraamd van 50.000,--. -
In de kosten van verwerving kan een bijdrage van het Rijk worden geraamd
van 75io of 37*500,
Terzake van grondverkopen kan- een" bedrag worden geraamd van
266.480,
Voor specificaties van genoemde bedragen van 50.000,en 266.480,
verwijzen wij U naar de ter inzage gelegde stukken.
Woningbedrijf
Tengevolge van reeds genomen besluiten tot het aankopen van woningen
en het toekennen van schadeloosstellingen wegens voortijdige ontbinding
van huurovereenkomsten wordt een krediet geraamd van 280.000,
In deze kosten van verwerving kan een bedrag van het Rijk worden geraamd
van 4000
Voor specificatie van genoemde bedragen verwijzen wij U naar de ter
inzage gelegde stukken.
Diénst voor Reiniging en Brandweer.
Per 1 januari 1967 is in de Bezoldigingsverordening i960 een nieuwe
regeling inzake de zgn. onregelmatigheidstoelage opgenomen.
Het personeel van de beroepsbrandweer werd evenwel van deze toelage uitge
sloten op grond van de opvatting, dat bij de vaststelling van de bezoldiging
reeds rekening was gehouden met de verplichting om zgn. onregelmatige
dienst te verrichten.
Over de vraag of bij de vaststelling van de bezoldiging van het brand
weerpersoneel inderdaad rekening was gehouden met bedoelde verplichting
heeft zich in landelijk verband een uitgebreide discussie ontwikkeld, welke
uiteindelijk in 1970 heeft geleid tot de uitspraak van de toenmalige Staats
secretaris van Binnelandse Zaken, dat in de bezoldiging met het element
onregelmatige dienst geen rekening was gehouden. Sindsdien hebben reeds
verschillende gemeenten met een beroepsbrandweerkorps besloten het brand
weerpersoneel alsnog met terugwerkende kracht voor de onregelmatigheids
toelage in aanmerking te brengen.
