Artikel 29a.
De wet geeft in dit artikel de mogelijkheids dat de Gemeenteraad van een ge
meente met meer dan 50.000 inwoners Burgemeester en Wethouders kan machtigen
het nemen van beslissingen op te dragen aan gemeenteambtenaren, zulks onder
nader door Burgemeester en Wethouders te stellen regelen en onder behoud van
hun verantwoordelijkheid.
Hierdoor kan voor wat betreft onze gemeente weer worden teruggegrepen op de
oorspronkelijke, bij de inwerkingtreding van de Algemene Bijstandswet gekozei
opzet, waarbij de directeur van de Gemeentelijke Sociale Dienst, of bij diens
afwezigheid de adjunct-directeur met de uit deze mandaat-figuur voortvloeiend
taken werd belast.
Uitdrukkelijk is gesteld, dat geen mandaat kan worden verleend voor;
a. het vaststellen en wijzigen van richtlijnen als bedoeld in artikel 13a;
b. het beschikken op bezwaarschriften;
c. het besluiten tot instellen van beroep;
d. het besluiten terzake van verhaal in rechte.
Gelet op de reeds thans in de praktijk gevolgde werkwijze stellen wij U voor
ons tot het vorenstaande te machtigen.
Hiertoe is artikel 10 in de ontwerp-Verordening op de Gemeentelijke Sociale
Dienst en de verlening van bijstand opgenomen.
Artikel .45.
In het tweede lid van dit artikel wordt de regel ingevoerd, dat het beroep op
de Kroon in het algemeen geen schorsende werking zal hebben. Dit wil zeggen,
dat de uitspraak van Gedeputeerde Staten, ook al wordt beroep op de Kroon inge
steld, bij voorraad moet worden uitgevoerd, tenzij Gedeputeerde Staten zelf
anders bepalen.
Artikel 75 tot en met 81a.
Deze artikelen bevatten nieuwe bepalingen over de gemeentelijke commissies tï
advies. Voorheen ontleenden deze commissies hun bestaansrecht rechtstreeks as
de Algemene BijstandswetThans zijn de bestaande adviescommissies van rechts-
wege omgezet in commissies ex artikel 62, tweede lid van de gemeentewet.
Overigens verwijzen wij U hieromtrent naar het raadsbesluit van 28 augustus
1972, nr. 10450.
Toelichting op de ontwerp-verordening.
De hierbij gevoegde ontwerp - verordening op de Sociale Dienst en de verlenit
van bijstand (verder te noemen; het ontwerp) behoeft nog enige toelichting,
aangezien enkele wijzigingen niet rechtstreeks uit het bovenstaande voortvloe:
Zo kan artikel 2 van de bestaande verordening, handelend over het tehuis vooi
bejaarden, geheel vervallen, aangezien dit tehuis thans geheel is ondergelrac
bij de Dienst voor Gezondheidszorg (Triotel).
Op grond van het hierboven gestelde bij de toelichting van de artikelen 75 to
en met 81a van de wet, kan hoofdstuk II van de bestaande verordening, handele:
over de Commissie van Advies eveneens geheel vervallen.
Voorts is, mede op grond van de sinds het inwerkingtreden van de bestaande ve:
ordening opgedane ervaringen, de wenselijkheid gebleken tot een uitvoeriger g
formuleerde taakomschrijving, waaraan in artikel 2 van het ontwerp uitvoering
is gegeven.
Tot slot is in het ontwerp het reeds aangehaalde artikel 10 opgenomen, waarbi
Uw Eaad ons machtigt, met inachtneming van het bepaalde in artikel 29a van de
Algemene Bijstandswet, het nemen van beslissingen inzake het verlenen van bij
stand, onder nader door ons te stellen regelen en onder behoud van onze -ver
antwoordelijkheid, op te dragen aan de directeur en, bij diens afwezigheid of
ontstentenis aan de adjunct-directeur Van de Gemeentelijke Sociale Dienst.
De overige wijzigingen betreffen min of meer ondergeschikte punten en een
enigszins andere artikelsgewijze opzet.
Onder vermelding dat de Commissie voor de Gemeentelijke Sociale Dienst en de
Commissie van Advies ingevolge artikel 4 van de (bestaande) Verordening op de
Gemeentelijke Sociale Dienst en de verlening van bijstand, zich met het ont
werp kunnen verenigen, stellen wij U voor tot vaststelling van de Verordening
op de Gemeentelijke Sociale Dienst en de verlening van bijstand over te gaan,
overeenkomstig de hierbij gevoegde concept-verordening.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma, Burgemeester.
de Jong
Secretaris.