- 2 -
3o De dienst verstrekt, met inachtneming van het bepaalde in artikel 9,
desgevraagd inlichtingen betreffende personen en gezinnen aan het ge
meentebestuur, andere overheidsorganen en aan instellingen, werkzaam
op het gebied van de maatschappelijke dienstverlening»
4. De dienst verzamelt alle statistische en andere gegevens zijn taak
betreffende, die het gemeentebestuur nodig heeft ter voldoening aan
wettelijke verplichtingen of die in het belang van de gemeente nodig
zijn»
5» De dienst verricht alle overige werkzaamheden, die naar het oordeel
van Burgemeester en Wethouders daarvoor in aanmerking komen»
6» Burgemeester en Wethouders kunnen bepalen, dat bepaalde werkzaamheden,
vallende onder de in de voorgaande leden aangegeven taakomschrijving,
door andere onderdelen van do gemeentelijke administratieve dienst
worden verricht
HOOFDSTUK II.
Verlening van financiële bijstand.
Par1Algemeen.
Artikel 3» Definities
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder;
aanvrager degene, die voor zichzelf, zijn gezin of een derde
financiële bijstand vraagt5
belanghebbende degene, voor wie of voor wiens gezin financiële
bijstand wordt gevraagd, dan wel degene, die voor
zich of voor zijn gezin financiële bijstand ontvangt
bezwaarschrift s een bezwaarschrift, als bedoeld in een der artike
len 34, 35 of 36 van de Algemene Bijstandswet;
de dienst s de Gemeentelijke Sociale Dienst;
de wet de Algemene Bijstandswet.
Par2Verlening van bijstand op aanvraag of ambtshalve.
Artikel 4» Indiening van de aanvraag.
1. Een aanvraag om bijstand wordt ingediend bij de dienst» Indien een
aanvraag bij een ander gemeentelijk orgaan is ingekomen wordt zij
onverwijld naar de dienst doorgezonden.
2. Indien de aanvraag mondeling geschiedt, wordt zij door de dienst
op schrift gesteld op een door Burgemeester en Wethouders vastge
steld formulier en door de aanvrager ondertekend.
3. Indien de aanvraag schriftelijk geschiedt, doch niet met gebruik
making van een formulier, als bedoeld in het tweede lid, wordt zij
door de dienst gesteld op zodanig formulier.
4. De dienst verstrekt de aanvrager onverwijld een bewijs van ont
vangst van de aanvraag, vermeldende;
a. de datum, waarop de aanvraag is binnengekomen;
b. de inhoud van artikel 35? eerste zin en artikel 45? eerste lid
van de wet;
c. de bevoegdheid van de dienst tot het inwinnen van inlichtingen
bij derden, krachtens artikel 5 van deze verordening.
5. In geval de aanvrager overeenkomstig artikel 28 van de wet van
doorzending van de aanvraag op de hoogte wordt gesteld, wordt
daarbij vermeld de inhoud van artikel 35? tweede zin van de wet.
- 3 -
Artikel 5° Onderzoek.
Onverminderd hét bepaalde in artikel 30 van de wet wint de dienst' inlich
tingen in omtrent s
a. de burgerlijke staat van de belanghebbende en, indien hij in gezins
verband leeft, de samenstelling van het gezin waartoe hij behoort;
b. het inkomen en de vermogenstoestand van de belanghebbende;
c. andere onderwerpen, voorzover van"Belang voor de verlening van bij
stand aan de belanghebbende of diens gezin.
Artikel 6. Medewerking van belanghebbende.
Indien de aanvrager of de belanghebbende;
I. niet naar vermogen voldoet aan een verzoek van de dienst;
a. tot het verstrekken van inlichtingen, als bedoeld in het vorige
artikel; of
b. weigert tot het geven van inzage in niet strikt persoonlijke be
scheiden ter verifiëring van zodanige inlichtingen;
II. opzettelijk onjuiste inlichtingen verstrekt;
kan de aanvraag om die redenen worden afgewezen, dan wel, indien
artikel 14 van toepassing is, dë bijstand worden beëindigd.
Artikel 7Raadsman»
Do belanghebbende is bevoegd zich te doen bijstaan door een raadsman.
Artikel 8. Het horen van derden.
De dienst geeft aan een derde, die bij de aanvraag om bijstand betrokken
kan zijn, op diens verzoek gelegenheid daarover te worden gehoord.
Artikel 9» Geheimhouding.
1. Zij, die met de behandeling van of de beslissing op een aanvraag om
bijstand zijn belast, zijn verplicht tegenover een ieder, die daarmee
niet is belast, geheimhouding te betrachten omtrent hetgeen hun bij
de uitoefening van deze taak ter kennis komt.
2. Het eerste lid geldt niet indien toepassing daarvan strijd zou ople
veren met een wet.
Artikel 10. Beschikking op aanvraag.
Burgemeester en Wethouders zijn gemachtigd met inachtneming van het be
paalde in artikel 29a van de wet, het nemen van beslissingen inzake hot
verlenen van bijstand, zulks onder nader door hen te stollen regelen on
onder behoud van hun verantwoordelijkheid, op te dragen aan de directeur
on, bij diens afwezigheid of ontstentenis aan de adjunct-directeur van
de dienst.
Artikel 11Mededeling van de beschikking.
1. De beschikking op de aanvraag wordt binnen een maand, nadat deze is
ingekomen, aan de aanvrager meegedeeld.
2. Bij de beschikking wordt mededeling gedaan van de inhoud van do arti
kelen 34? 36 en 45? eerste lid van de wet.
Artikel 12. Ambtshalve verlening van bijstand.
Indien wordt overwogen ambtshalve bijstand te verlenen, onderscheidenlijk
ambtshalve bijstand wordt verleend, vinden de artikelen 5 tot en met 10
overeenkomstige toepassing.