De actuele situatie.
1. Voor het verkrijgen van inzicht in de actuele situatie op het
stuk van de woningvoorziening zijn in de eerste plaats gegevens
nodig omtrent de aanwezige voorraad, onderverdeeld naar o.m. grootte,
huurprijs, leeftijd, kwaliteit, eigendomsverhouding, woningtype,
voorzieningen en ligging.
Het rapport vermeldt op bladzijde 47" "Aan de aanbodzijde van
de woningmarkt speelt de bestaande woningvoorraad een allesover
heersende rol. JJe nieuwbouw, die elk jaar aan de woningvoorraad
wordt toegevoegd, betekent slechts een uitbreiding van enkele pro
centen per jaar".
De Raad betreurt het dat het rapport, ondanks het gewicht dat de
samensteller aan de bestaande woningvoorraad toekent op het vlak van
de woningvoorziening, zich in dit opzicht beperkt - zie de pagina's
52 en 33 - tot de opsomming van enkele overigens reeds bekende cij
fers. Kij acht dit een belangrijke tekortkoming van het rapport.
Hoewel toegegeven wordt dat een goed inzicht in de bestaande voor
raad niet zo gemakkelijk verkregen kan worden kunnen toch voor een
beter inzicht in de samenstelling daarvan gegevens, als hierboven
aangehaald, niet worden ontbeerd. Wellicht zullen straks de uit
komsten van de laatst gehouden volks- en woningtelling in dezen
meer gegevens kunnen verschaffen.
2. In de tweede plaats is voor een beoordeling van de actuele
situatie inzicht in het aantal woningbehoevende huishoudens en de
kenmerken hiervan, b.v. de gezinsgrootte en de samenstelling, de
leeftijd, het inkomen en de wijze van huisvesting van veel belang.
Het rapport toont aan dat de kwantitatieve woningnood in de
laatste jaren in Leeuwarden sterk is teruggedrongen doch de laatste
tijd vrij constant blijft, hetgeen wordt toegeschreven aan de ver
minderde woningproductie. De gemiddelde inschrijfduur van de woning
zoekenden is niet lang te noemen. De woningbehoefte blijkt het
grootst in de leeftijdsgroep van 21-30 jaar (43$)» terwijl een min
der uitgesproken piek valt waar te nemen in de kategorie bejaarden.
Van veel belang acht de Raad de mededeling dat van elke 3 woning'
zoekenden 2 reeds over een zelfstandige woonruimte beschikken. De
woningzoekenden betaalden gemiddeld aan huur f.. 22,— per week; het
gemiddelde inkomen bedroeg ruim f. 160,- per week. Een belangrijke
conclusie vaxi het rapport is volgens de Raad dat de woningnood het
grootst is bij hen, wier financiële mogelijkheden het geringst zijn.
Afgaande op de uitkomsten van het onderzoek komt het rapport tot de
- 5 -
conclusie dat bij toepassing van aanvullende individuele huursub
sidie en een huurquote van 20 25$ ongeveer de helft van de woning
zoekenden de huur van de nieuwbouw met een prijsklasse van f. 200,- -
f. 300,- per maand zou kunnen betalen.
De samensteller van het rapport komt voor Leeuwarden tot een
netto aantoonbaar tekort van ruim 2000 eenheden. Daarin zijn begre
pen de bewoners van 1165 onvolwaardige en/of krotwoningen, hoewel
toegegeven wordt dat velen de door hen bewoonde woning zelve niet
als onvolwaardig ervaren. Aan de andere kant zal lang niet elke wo
ningzoekende zich laten inschrijven. Zij komen vaak eerst op de wo
ningmarkt als zich een verhuismogelijkheid voordoet. Voor de bepa
ling van de totale woningbehoefte zijn zij echter van minder belang
omdat deze woningzoekenden als regel weer een woning vrij maken.
Hoewel het rapport vermeldt dat het aantal van ruim 2000 als
een minimum dient te worden beschouwd is de Raad van oordeel dat
dit cijfer met veel voorzichtigheid moet worden gehanteerd en niet
zonder meer als maatstaf kan dienen voor de vaststelling van het
aantal nieuw te bouwen woningen.
De Raad grondt dit o.ra. op de overweging dat steeds een belang
rijk deel van de ingeschreven woningzoekenden als niet reëel dient
te worden aangemerkt en een eveneens belangrijk deel zich ook elders
laat inschrijven. Een vingerwijzing ziet de Raad ook in de ontwikke
ling van de leegstand. Voor het goed functioneren van een woning
markt is een kleine leegstand van enkele procenten, mits zij uiter
aard niet beperkt blijft tot een bepaald type woning, niet erg en
zelfs wel aanbevelenswaardig. Naarmate de leegstand echter toeneemt
is een zekere bezinning echter wel gewenst. Op 1 april 19691 okto
ber 1969, 1 april 1970» 1 oktober 1970 en 1 april 1972 stonden in
de gemeente Leeuwarden respectievelijk 281, 250, 131, 159 en 477 ge
wone en bedrijfswoningen, geschikt voor bewoning, leeg. Vooral de
laatste opname, welke uiteraard niet in het rapport woningmarktver
kenning kan voorkomen vanwege het recente karakter, acht de Raad
enigermate verontrustend.
De uit het rapport getrokken conclusie dat slechts circa 50$
van de woningzoekenden in staat is de huur van de nieuwbouw te be
talen, ondanks aanvullende huursubsidie, is naar het oordeel van
de Raad temeer een reden om de nieuwbouwprogramma's niet zonder
meer af te stemmen op de aantallen ingeschreven woningzoekenden.
Een zeer belangrijk aantal zal op doorstroming zijn aangewezen.