- 2 -
jo artikel E 10, eerste lid, wordt gelezen als volgt:
71. De ambtenaar, die onderworpen is geweest aan een geneeskundig
onderzoek, als bedoeld in artikel E 9, lid- 2 of 3, kan - indien
in verband met de bij het onderzoek gebleken lichamelijke of
psychische toestand het belang van de ambtenaar of dat van de
dienst dit vordert - door burgemeester en wethouders buiten dienst
worden gesteld.";
lc, in artikel E 12, derde lid, wordt de punt aan het slot van de eerste
volzin vervangen door oen komma en worden toegevoegd de woorden "zon
der dat daarop bepalingen inzake inbouw van A.O.W./A.W.W. zijn toege
past o
lo in artikel E 13, eerste lid, wordt
a„ tussen de woorden "wordt" en "hij" tussen gedachtenstrepen de vol
gende zin opgenomen:
indien en voorzover hij niet als herplaatsbaar verklaarde amb
tenaar is herplaatst in een betrekking, als bedoeld in artikel E 2,
tweede lid, van de Algemene burgerlijke pensioenwet
b. voor "twee" gelezen "één";
Co de punt achter het woord "ontslagen" vervangen door een komma en
wordt toegevoegd: "tenzij hij recht heeft op een dadelijk ingaand
invaliditeitspensioen, volgens de bepalingen van de Algemene bur
gerlijke pensioenwetin welk geval de termijn van één jaar wordt
gesteld op twee jaar»";
n. in artikel E 13, tweede lid, wordt:
ade punt na hot woord "ontslagen" vervangen door een komma en wordt
toegevoegd: "tenzij hij recht heeft op een dadelijk ingaand inva
liditeitspensioen volgens de bepalingen van de Algemene burgerlij
ke pensioenwet, in welk geval de termijn van één jaar wordt gesteld
op twee jaar." en vervalt de laatste zin, beginnende met de woorden
"Dit lid";
b. een vernummering toegepast in die zin dat voor de leden 3, 4, 5»
6, 7 on 8 wordt gelezen 4, 5, 6, 7? 8 en 9;
e. oen nieuw dorde lid ingevoegd, luidende als volgt:
"3= De leden 1 en 2 vinden geon toepassing op:
a. degene die op de datum van ingang van zijn ontslag of daarna
verzekerde is geworden in de zin van de Ziektewet, tenzij
hij in verband met het bepaalde in artikel 44, lid 1, onder
a, juncto lid 2, dier wet geen aanspraak kan maken op zie
kengeld;
b. degene die op do datum van ingang van zijn ontslag of daar
na uitsluitend in verband met het bepaalde in artikel 6,
lid 1, onder a en b, van de Ziektewet niet ingevolge die
wet verzekerd is.";
n» aan artikel E 13, vierde lid, wordt een onderdeel toegevoegd, lui
dende als volgt:
"c. degene die in hot genot is van een herplaatsingswachtgeld als be
doeld in artikel K 7 van de Algemene burgerlijke pensioenwet.";
o» in artikel E 13, vijfde lid, wordt voor "het bepaalde in lid 2, on
derscheidenlijk lid 3" gelezen: "het bepaalde in lid 2, onderschei
denlijk lid 4";
p. in artikel E 13, zesde lid, wordt voor "lid 3 on 4" gelezen "lid 4
en 5";
q. in artikel E 13, zevende lid, vervalt onderdeel b en wordt voor c, d,
e en f gelezen b, c, d en e;
r. in artikel E 13, nogonde lid, wordt voor "E 7 en E 8" gelezen "E 7,
E 8 on E 11";
s» aan artikel E 13 wordt een tiende en elfde lid toegevoegd, luidende
als volgt:
"10. Zo spoedig mogelijk na het overlijden van de gewezen ambtenaar
die in het genot was van een uitkering als bedoeld in de leden
1, 2, 4 of 5 van dit artikel, wordt aan de in artikel H 15 bedoel
de personen en met overeenkomstige toepassing van dat artikel een
bedrag uitgekeerd, gelijk aan do uitkering welke belanghebbende
op de dag van overlijden genoot, berekend over een tijdvak van
3 maanden.
Het vorenstaande geldt met dien verstande dat indien de uitkering
bedoeld in het eerste lid was gedaald tot 80$ dan wel de uitke
ring bedoeld in het vierde lid was berekend naar een percentage
van arbeidsongeschiktheid van 80 of meer, de uitkering wordt be
rekend naar 100$ van de, met inachtneming van de aan de hand van
algemene bezoldigingswijzigingen aangepaste, laatstelijk genoten
bezoldiging.
11. Op de uitkering als bedoeld in het vorige lid wordt in mindering
gebracht het bedrag van de uitkering waarop de nagelaten betrek
kingen van de gewezen ambtenaar terzake van diens overlijden aan
spraak kunnen maken krachtens artikel Q 6 van de Algemene burger
lijke pensioenwet dan wel krachtens enig wettelijk voorgeschreven
verzekering tegen ziekte of arbeidsongeschiktheid.";
t. artikel E 6, tweede lid, wordt gelezen als volgt:
"2. Indien een ambtenaar, op een andere grond dan bedoeld in artikel
E 1, verhinderd is zijn betrekking te vervullen, is hij verplicht
dit zo spoedig mogelijk mede to delen of te doen mededelen.";
u. aan artikel E 11, tweede lid, wordt een onderdeel toegevoegd, luiden
de als volgt:
"c. zich buiten do voor zijn betrekking vastgestelde werktijden ter
beschikking houden.";
v. in artikel H 5, eerste lid, vervallen de woorden "voor zover niet tot
ontslag op andere grond aanleiding bestaat";
w. artikel H 10 wordt gelezen als volgt:
"1. Aan d^ ..ambtenaar kan oer v c 1 ontslag worden verleend, indien uit
zijn gedragingen van oen zodanige gezindheid blijkt, dat geon
voldoende waarborg aanwezig is, dat hij zijn plicht als ambtenaar
onder alle omstandigheden getrouw zal volbrengen.
2. Een ontslagverlening, als bedoeld in het eerste lid, kan slechts
geschieden in overeenstemming met het advies van de commissie als
bedoeld in artikel 97k van het Algemeen Rijksambtenarenreglement,
zulks met inachtneming van hetgeen omtrent haar samenstelling en
werkwijze bij on krachtens algemene maatregel van bestuur is en
wordt bepaald.";
x. aan artikel H 15 wordt een vierde lid toegevoegd, luidende als volgt:
"4. Op de uitkering, als bedoeld in lid 2, wordt in mindering gebracht
het bedrag van de uitkering waarop de nagelaten betrekkingen van
do ambtenaar terzake van diens overlijden aanspraak kunnen maken
krachtens enig wettelijk voorgeschreven verzekering tegen ziekte
of arbeidsongeschiktheid.".
Artikel II.
Voor de op de datum van inwerkingtreding van deze verordening lopende
aanspraken op een uitkering krachtens artikel E 13, lid 1, blijft dit
artikellid zoals dit voor de datum van inwerkingtreding der wijziging
luidde, van kracht.