no. 2648.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 1 maart 1973
(bijlage no. 70);
BESLUIT
met betrekking tot de volgende aanvragen de gevraagde medewerking te ver
lenen
Volg-
no.
Datum aanvraag Schoolbestuur
Gevraagde voorziening Toegepast wetsar
tikel
14 november 1972
Stichting
Christelijke
scholen voor
buitengewoon
lager onder
wijs
Herstel van de door
de storm in november
1972 beschadigde dak
bedekking van het
gymnastieklokaal van
de Da Costaschool
Artikel I83 van
het Besluit bui
tengewoon onder
wijs 1967» juncto
artikel 72 van de
Lager-onderwij swet
1920
17 november 1972
Vereniging
voor Prote
stants Chris
telijk Basis-
onderwij s
Leeuwarden
Inrichten hoofden-
annex personeels-
kamer t.b.v. de
Maria Louiseschool
artikel 72 van de
Lager-onderwij swet
1920
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
yeigeren van medewerking aan het bestuur van de Vereniging voor protestants
Christelijk Basisonderwijs Leeuwarden voor de aanschaffing van leesboeken
voor het niveaulezen ten behoeve van de Willem de Zwijgersohool
J.H. ICnoopstraat 3, alhier.
Bijlage no. 71Leeuwarden, 1 maart 1973»
Aan de gemeenteraad.
Bij een op 29 november 1972 ingekomen brief verzoekt het bestuur van de
Vereniging voor Protestants Christelijk Basisonderwijs Leeuwarden om
medewerking als bedoeld in artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920, voor
de aanschaffing van leesboeken (leesstof) bestemd voor de nieuwe leesvorn,
het niveaulezen, aan de Willem de ZwijgersohoolJ.H. ICnoopstraat 3» alhier.
Als motivering van zijn verzoek deelt het bestuur mede, dat de nieuwe
vorm van leesonderwijs een totaal andere aanpak met meer en andere leesstof
vraagt dan voorheen het geval was. Van de aanwezige leesstof leent een
groot deel zich niet voor het niveaulezen.
Het niveaulezen is een organisatievorm, waarbinnen de differentiatie
gedachte zo effectief mogelijk wordt gerealiseerd.
Het betekent de doorbreking van het jaarklassensysteem. De leesstof is in
niveau's ingedeeld' en voor ieder niveau is apart materiaal nodig. De leer
lingen worden naar hun mogelijkheden ingedeeld bij één van de niveau's.
Uit mondeling verkregen inlichtingen is ons gebleken, dat in de
klassen 2 tot en met 6 van genoemde school, waar het niveaulezen tot ont-
plo .oixngmoet komen, tot dusver gebruik wordt gemaakt van de aanwezige
op het klassikale onderwijs afgestemde leesboekjes. liet niveaulezen ge
schiedt echter in groepen van 4^5 leerlingen, waarbij de klassexndelrng
van de genoemde klassen wordt verlaten. De situatie is derhalve deze, dat
indertijd leermiddelen voor leesonderwijs zijn aangeschaft voor een andere
vorm van onderwijs, dan waartoe men later is overgegaan. Uiteraard brengt
deze wijziging van methode aanpassingsmoeilijkheden met betrekking tot de
leermiddelen met zich mee; een deel van de aanwezige leesstof is minder
geschikt voor de nieuwe methode, terwijl er voor de nieuwe vorm van lees
onderwijs meer diversiteit, meer leesvoer, wenselijk is.
Er is derhalve geen sprake van vervanging van op zich verouderde
leermiddelen noch van aanvulling van leesboeken verband houdende met een
toename van leerlingen. Wij menen dan ook, dat door inwilliging van de
aanvraag de normale eisen aan het geven van lager onderwijs te stellen,
sullen worden overschreden.
Wij wijzen er wellicht ten overvloede op, dat ons ingenomen standpunt
niet inhoudt, dat wij geen waardering hebben voor het toepassen van nieuwe
on betere methoden.
In gevallen als het onderhavige dienen de aan de invoering van gewijzigde
methoden eventueel verbonden kosten uit de voor exploitatie toegekende
vergoeding te worden betaald. Deze gedragslijn volgen wij in overeenkomstige
gevallen ook bij het openbaar lager onderwijs.
Wij kunnen ons voorstellen, dat vervanging en/of aanvulling van de
leesstof bezwaarlijk ineens kan plaatsvinden. Dan is een alternatief dat
dit geleidelijk geschiedt. Het uitwisselen van leesstof met andere scholen
voor gewoon lager onderwijs is misschien ook mogelijk.