- 2 - artikel 5 Zie het ter toelichting op artikel 4 gestelde. Uiteraard dient de sub-commissie zich aan dezelfde regels te houden als de voltallige commissie. Onder andere is ook artikel 9j lid 2 van toepassing op de subcommissie, zodat de totstandkoming van een advies slechts mogelijk is door de beslissing van minimaal twee leden van de welstandscommissie. artikel 6 Hoewel het gebruikelijk is, dat ambtenaren van de secretarie als secretaris van commissies optreden, wordt in het ontwerp van deze be leidslijn afgeweken. Omdat met name bij de aanvragen om bouwvergunning nogal eens overleg moet worden gepleegd, is het naar onze mening voor de aanvrager te lastig, dat hij voor de bouwtechnische aspecten contact zou moeten opnemen met de dienst voor het bouw- en woningtoezicht en voor de welstandsaspecten naar het stadhuis zou moeten worden verwezen. Bovendien kunnen welstands- overwegingen dikwijls gevolgen hebben op bouwtechnisch gebied (men denke bij voorbeeld aan de materiaalkeuze). Het verdient naar onze mening daarom aan beveling het secretariaat te doen berusten bij de dienst voor het bouw- en woningtoezicht Het lijkt anderzijds niet juist de secretaris als stemhebbend lid te laten optreden, daar dan wellicht bouwtechnische aspecten een overheersende ro.1 in de welstandsbeoordeling kunnen gaan spelen. Overigens zijn wij van mening, dat het in het algemeen geen aanbeveling verdient, dat gemeente-ambtenaren lid zijn van de welstandscommis sie. Hierdoor wordt naar onze mening voorkomen, dat algemene beleidsaspecten een te grote rol spelen in de welstandsbeoordeling. Het kan echter wel zinvol zijn, dat door de commissie informatie wordt ingewonnen over de achtergronden van bepaalde zaken. Om die reden is de commissie in artikel 8 de bevoegdheid gegeven overleg te plegen met de hoofden van dienst. artikel 7 De welstandsbepalingen in de bouwverordening en artikel 3, lid 2, van het ontwerp zijn zodanig geformuleerd, dat een ontwerp of object niet alleen op zichzelf, naar ook in verband met zijn omgeving moet worden beoordeeld. Het is duidelijk, dat er voor deze laatste beoordeling een goede coördinatie behoort te bestaan tussen de welstandscommissie en de ontwerper van het bestemmingsplan, in v/iens plan het te beoordelen ontwerp of object is gelegen. Daarom is be paald, dat de welstandscommissie in een dergelijk geval het oordeel van de ontwerper van het bestemmingsplan dient te vragen. Ingevolge artikel 17 van de bouwverordening behoeven burgemeester en wethouders het advies van de welstandscommissie niet in te winnen omtrent monumenten. Van de zijde van de Federatie Welstandstoezicht en de huidige schoonheidscommissie is erop aangedrongen deze bepaling buiten toepassing te laten en het advies van de welstandscommissie omtrent monumenten altijd in te winnen. Wij zullen zorg dragen, dat een dergelijk advies in het vervolg altijd wordt ingewonnen. Terwille van een goede coördinatie wordt de commissie ver plicht het oordeel te vragen van de gemeentelijke adviseur inzake monumenten zorg. Indien de meningen van de stedebouwkundige ontwerper of de gemeentelijke adviseur inzake monumentenzorg en de commissie uiteenlopen, moeten deze beide in het advies van de commissie worden vermeld (zie artikel 10, lid 4)zodat burgemeester en wethouders bij hun beslissing de standpunten tegen elkaar kunnen afwegen. - 3 - artikel 10, lid 2 en 3 Indien de commissie van oordeel is, dat een ontwerp of object niet aanvaardbaar is, wordt dit aan de ontwerper, respectievelijk de eigenaar medegedeeld. Deze heeft dan het recht met de commissie in overleg te treden om zijn visie kenbaar te maken en te trachten alsnog - eventueel na enige wijziging van het ontwerp - een positief advies uit te lokken. Het horen van de ontwerper of eigenaar is echter niet dwingend voorgeschreven om te voorkomen, dat te veel tijd wordt besteed aan hoorzittingen met ont werpers of eigenaren, die begrip hebben voor het oordeel van de commissie. Het initiatief tot het overleg ligt daarom bij de ontwerper of eigenaar. In dit verband zij gewezen op de belangrijke taak die de secretaris van de commissie heeft te vervullen als intermediair tussen de commissie en de ontwerper of eigenaar. artikel 12 Het in dit artikel opgenomen systeem van herbenoembaarheid is in overeenstemming met de praktijk van de huidige schoonheidscommissie. Voor het overige verwijzend naar de inhoud van het ontwerp en onder mededeling, dat het advies van de schoonheidscommissie ter inzage is gelegd, stellen wij U voor te besluiten tot vaststelling van de verordening regelende het welstandstoezicht overeenkomstig het hierbij gevoegde ontwerp besluit Burgemeester en i/ethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. de Jong Secretaris

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1973 | | pagina 66