artikel 5-
1De commissie kan uit haar midden een subcommissie van drie of meer leden
aanwijzen, die onder verantwoordelijkheid van de commissie bepaalde be
voegdheden van de commissie kan uitoefenen.
2. Hetgeen ten aanzien van de commissie is bepaald, is ten aanzien van de
krachtens het vorige lid aangewezen subcommissie van overeenkomstige
toepassing.
artikel 6.
De directeur van de dienst voor het bouw- en woningtoezicht voorziet in het
secretariaat van de commissie.
artikel 7»
1, Indien een te beoordelen ontwerp of object is gelegen in een gebied, waar
voor een bestemmingsplan is ontworpen, vraagt de commissie het oordeel
van de ontwerper van het plan omtrent het ontwerp of object.
2. Indien het advies van de commissie wordt ingewonnen omtrent een monument,
vraagt de commissie het oordeel van de gemeentelijke adviseur inzake
monumentenzorg.
artikel 8.
De commissie is bevoegd over aangelegenheden, welke het werkterrein of de
bevoegdheden van een der gemeentelijke diensten raken, overleg te plegen
met het hoofd van de betreffende dienst.
artikel 9*
1De commissie vergadert in de regel een maal per twee weken.
2. De commissie neemt geen besluiten, wanneer niet ten minste de helft van
het aantal leden aanwezig is.
3. Ieder lid heeft één stem. Bij staking der stemmen beslist de voorzitter,
of bij diens afwezigheid de vice-voorzitter
4. Aan de beoordeling van ontwerpen, objecten of aangelegenheden nemen geen
leden deel, die bij die ontwerpen, objecten of aangelegenheden uit
anderen hoofde rechtstreeks of zijdelings op enigerlei wijze zijn be
trokken
artikel 10.
1. Het advies, inhoudende dat een ontwerp of object niet aan redelijke eisen
van welstand voldoet, is met redenen omkleed.
2. Voordat een advies als bedoeld in het vorige lid wordt ingediend, wordt
het aan de ontwerper respectievelijk de eigenaar van het ontwerp of object
medegedeeld
3. De ontwerper respectievelijk de eigenaar wordt, indien hij daartoe de
wens te kennen geeft, in de gelegenheid gesteld zich door de commissie
te doen horen.
4. Indien het in artikel 7 bedoelde oordeel van de stedebouwkundig ontwerper
of de gemeentelijke adviseur inzake monumentenzorg afwijkt van het advies
van de commissie, wordt dit oordeel gemotiveerd in het advies weergegeven.
artikel 11
De commissie richt haar advies aan burgemeester en wethouders en dient het,
voorzover niet anders is bepaald, in bij de directeur van de dienst voor het
bouw- en woningtoezicht.
artikel 12.
1. De leden van de commissie worden benoemd voor de tijd van drie jaren. Zij
treden af volgens een door burgemeester en wethouders, de commissie gehoord
op te maken rooster.
2. In afwijking van het eerste lid kunnen burgemeester en wethouders bepalen,
dat de zittingsperiode van een aantal commissieleden, die benoemd worden
met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening, korter
zal zijn dan drie jaren.
3. Het lid dat in een tussentijdse vacature is benoemd, heeft zitting tot het
tijdstip, waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, zou moeten aftreden
4. De leden die geen architect zijn, zijn herbenoembaar; de leden die archi
tect zijn, zijn één maal herbenoembaar.
artikel 13
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van haar afkondiging.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.