4 -
De geringe groei van Leeuwarden is niet het gevolg van de weinige groei
van het aantal arbeidsplaatsen, maar van het feit dat de buitendorpen een aan
trekkelijker woonklimaat boden dan Leeuwarden zelf. Het is derhalve van het
grootste belang dat het woonklimaat zodanig wordt verbeterd, dat dit op zijn
minst concurerend wordt met dat van de forensendorpen.
De aanleg van de weg sluit het gehele zuiden van Leeuwarden af van het omrin
gende platteland, hetgeen voor de bewoners van dit stadsdeel een duidelijke
visuele verarming betekent. Met name voor AldlSn, waar het percentage eengezins
woningen veel groter zal worden dan in Nijl&n. Bovendien wordt door de aanleg
van de weg het bijzonder fraaie silhouet van Goutum ernstig geschonden.
Tevens zal deze weg een barrière vormen die tot gevolg heeft dat de wij
ken ten zuiden van het kanaal volkomen los komen te staan van de stad. Het ge
bied rond Goutum zal geheel door wegen omsloten zijn, hetgeen een negatief
effect zal hebben op het woonklimaat, zo menen reclamanten.
Ten aanzien van de verkeerstechnische bezwaren merken wij het volgende
op.
Het in het ontwerp-bestemmingsplan weergegeven wegennet is het resultaat
van overleg tussen gemeente en provinciale- en rijkswaterstaat. Uitgangspunten
hierbij was het door de Gemeenteraad in zijn vergadering van 24 juni 1968 aan
vaarde rapport "Hoofdwegennet", waarin tot een wegenstructuur gebaseerd op het
tangentieel systeem werd geconcludeerd.
In de toelichting op het ontwerp-plan staat ten aanzien van deze weg ver
meld, dat deze eerst niet zozeer van belang zal zijn als interwijk verbinding,
doch voornamelijk de relatie zal verzorgen tussen de overige tangenten en dat
deze in westelijke richting aansluit op de (toekomstige) weg naar Bolsward.
Ter nadere toelichting merken wij het volgende op.
De weg geeft een relatie tussen de volgende tangenten; de - in de gemeente
Menaldumadeel gesitueerde - westelijke buitentangent (verbinding tussen Rijks
weg 9 bij Marsum en de nieuwe weg naar Bolsward bij Boxum)
de oostelijke buitentangent (verbinding tussen Rijksweg 9 en de bestaande
Rijksweg naar Groningen - bij Oud Tolhuis - en de provinciale weg naar Drach
ten)
Door deze relatie wordt bereikt dat het doorgaande verkeer komende uit
het westen, noorden en oosten en gaande in de richting Heerenveen en Drachten
en omgekeerd, de reeds nu overbelaste ringweg kan vermijden.
Ook het verkeer naar de stad zelf - komende uit westelijke, zuidelijke
en oostelijke richting - kan van de onderhavige tangent gebruik maken en vanaf
dit wegvale - in plaats vanaf de ringweg - het tangent selecteren, dat naar de
binnenstad of buitenwijken leidt.
Inderdaad vormt de weg tevens een logische route voor het doorgaande ver
keer Bolsward-Drachten en omgekeerd.
Hèt argument voor de aanleg van deze weg is evenwel de noodzakelijke ont
lasting van de Ringweg, welke te weinig capaciteit zal hebben om als relatie
tussen de genoemde tangenten te kunnen fungeren.
Dit argument is in het bezwaarschrift niet aangetast, klaarblijkelijk
doordat de relatie met het westelijk buitentangent, die overigens in de toe
lichting wordt genoemd, door de indieners van het bezwaarschrift niet is op
gemerkt
Wij menen met het vorenstaande voldoende te hebben aangetoond, welke
noodzakelijke functie de onderhavige weg zal dragen in het verkeerscirculatie
systeem voor de agglomeratieDe financiële offers die de aanleg van de weg
zal vergen achten wij zeker verantwoord.
Tenslotte wordt nog opgemerkt dat de afstand tussen de kruisingen van de
noord-zuid lopende tangenten met de ringweg en de onderhavige weg zodanig is,
dat voor moeilijkheden bij de verkeersafwikkeling niet behoeft te worden ge
vreesd.
Met betrekking tot de planologische bezwaren het volgende.
Dat tengevolge van de aanleg van de weg een visuele verarming zal ontstaan
vanuit de wijken Aldl&n-OostAldldn-WestHieuw-Rapenburg en 't Hijlan wordt
door ons bestreden. Het hoogste punt van de weg zal nauwelijks 1 m. hoger
- 5 -
komen te liggen dan het aan de zuidzijde van het Van Harinxmakanaal gelegen
kanaaldijkje. Het silhouet van Goutum zal hierdoor evenmin worden aangetast.
De onderhavige weg zal inderdaad - dit is ook inherent aan het tangentiële
systeem - langs eventuele nieuwe wijken ten zuiden van het Van Harinxmakanaal
voeren. Dat deze weg daardoor een barrière zal vormen tussen de nieuwe stads
wijken en het zuidelijke stadsdeel wordt door ons niet gezien, temeer nu deze
parallel loopt aan de reeds bestaande (natuurlijke) barrière van het kanaal.
Haar onze mening zal deze weg samen met de recreatiestrook ten noorden
ervan en het Van Harinxmakanaal een aanvaardbare onderbreking vormen in een
uitbreidende stedelijke bebouwing.
De mening dat het woonklimaat in Goutum door het weergegeven wegenstelsel
nadelig zal worden beïnvloed wordt door ons dan ook niet gedeeld.
Resumerende stellen wij dan ook dat zowel de verkeerstechnische- als de
planologische bezwaren ongegrond behoren te worden verklaard en dat de weg ge
projecteerd ten zuiden van het Van Harinxmakanaal in het plan dient te worden
gehandhaafd.
Ad Ct
De.heer De Jong heeft bezwaar tegen het ter visie gelegde ontwerp-bestem
mingsplan, omdat zijn boerderij aan de Glinswei 9 te Hempens en het daarbij
behorende "boerderij erf" niet alszodanig in het plan is opgenomen, tengevolge
waarvan het stichten van nieuwe bedrijfsgebouwen is verboden. Daarnaast is hij
van mening dat dit bouwverbod in strijd is met artikel 10, lid 1 van de Wet op
de Ruimtelijke Ordening omdat dit een beperking inhoudt van het meest doelma
tig gebruik waarvoor geen dringende redenen bestaan en omdat een dergelijk
plan geen eisen mag bevatten met betrekking tot de structuur van een agrarisch
bedrijf.
De boerderij is gelegen in een strook grond, die in het ontwerp-bestem
mingsplan is aangegeven als "agrarisch gebied A" (geen bebouwing toegestaan).
Zoals hiervoor reeds werd vermeld kan ons college deze bestemming wijzigen in
de bestemming "weg". De uiteindelijk te realiseren weg kan in het toekomstige
wegenpatroon rond Leeuwarden niet worden gemist. Deze weg is in het door de
Gemeenteraad op 24 juni 1968 aanvaarde rapport "Hoofdwegennet" opgenomen als
oostelijke buitentangent. In het vorenstaande zien wij een dringende reden om
voor de betrokken strook grond een bouwverbod in het leven te roepen.
Omdat over het tijdstip van realisering van wegen, voor de aanleg waarvan
de - reserverende - bestemming "Agrarisch Gebied A" is gegeven, nog geen zeker
heid bestaat, is er geen aanleiding elke bouwaktiviteit met betrekking tot be
staande agrarische bedrijven binnen deze bestemming te verbieden. In de voor
schriften is dan ook een regeling opgenomen op grond waarvan wij vrijstelling
kunnen verlenen van dit bouwverbod ten behoeve van bouwwerken, welke noodzake
lijk zijn voor een agrarisch bedrijf. In het algemeen zal met toepassing van
deze bepaling kunnen worden meegewerkt aan een beperkte voortzetting van de
betrokken agrarische bedrijven. De gedeelten van het plangebied, waarop deze
vrijstellingsbepaling van toepassing zijn, zijn op de ontwerp-plankaart met
een groene kruis-arcering aangegeven, t.w. de bestaande - in bedrijf zijnde -
boerderijen.
Door de combinatie bouwerbod - vrijstelling voor agrarische bouwwerken
kan worden bereikt, dat investeringen, die de. aankoop van de boerderij ten be
hoeve van de in de toekomst aan te leggen weg in financiële zin zouden kunnen
bemoeilijken, door het weigeren van de vrijstelling kunnen worden voorkomen.
De consequentie is echter wel, dat eventuele planschade zal moeten worden ver
goed. Abusievelijk is verzuimd de boerderij met erf van de heer De Jong, zodanig
op de ontwerp-plankaart aan te geven, dat bedoelde vrijstellingsbepaling hierop
van toepassing is. Hierdoor zou inderdaad een te absoluut bouwverbod voor het
boerderij-erf ontstaan. In zoverre moet het door de heer De Jong ingediende be
zwaar dan ook gegrond worden geacht. Hieraan kan worden tegemoet gekomen door
de boerderij met erf zodanig op de plankaart aan te geven, dat meerbedoelaa
vrijstellingsbepaling hierop eveneens van toepassing is. De ontwerp-plankaart,
welke voor TJ bij de stukken ter inzage ligt is in dit opzicht gewijzigd.