VJ
III Stedebouwkundige en architectonische waarden
Standaarddoel
1 Behoud en versterking stedebouw-
kundige en architectonische waar
den.
Richtdoel
1- 1 Markering plaats binnenstad
door bepaalde kenmerken(torens
grachten, bruggen enz.);
2 Zoveel mogelijk handhaven van
eigen identiteit van de afzon
derlijke delen;
3 Goede samen:hang tussen bebouw
de en. onbebouwde ruimten;
4 Behoud karakteristieke hoogte
verschillen in bebouwing en
straatniveau;
5 Kleinschaligheid in city;
6 Geleidelijke overgang near even
tuele grootschaliger bebouwing
in bepaalde randzónes;
7 Nieuwbouw in harmonie met schaal
raart en sard omgeving.
Obj ectdoelen
1.1- 1 Instandhouden Bonifatiustorsn.
Begrenzing uitbreidingsmogelijkheden
van
1.5- 1 Agocomplex (consolidatie);
2 Provinciehuis;
3 Drukkerij Jongbloed?
4 Gebouw Provinciale Waterstaat.
1.6- 1 Tussen Zaailand en Villemskade
2 Ten zuiden van Willemskade»
Begrenzing omvang bebouwing:
1.7-1 Zuiderplein;
2 Oosterkade;
3 omgeving oude veemarkt
4 Elanderiistraten en
Tulpenburg
Taakstellingen
1.6.1 Vaststellen max. bouwhoogte
Zaailand resp. Willemskade
1.6.2 Omvang en hoogte der gebouwen
geringer dan Tesselschadestr.
houden c.o. vaststellen max.
hoogte
1.7. 1 en 2 Vaststellen max. bouw
hoogte.
3 en 4 Beperking omvang
bebouwing.
-Sk
iede bouwkundige Zoals ook s,l in het praatstuk staat vermeld, is een kwaliteits-
omschrijving van de binnenstad een wat riskante bezigheid. Niettemin
rcni tec tonische zullen w>j het er over eens moeten worden wddr b'j verandering
aarden dient te worden gestreefd naar een minstens even hoge kwaliteit
of waar die zozeer ontbreekt, dat er binnen ruime grenzen plaats
is voor vernieuwing.
De hierbjj behorende richtdoelen moeten voor het merendeel gezien
worden als richtlijnen waar eventuele veranderingen in het
stadsbeeld aan moeten worden getoetst. Die vallen dan ook nog
niet in objectdoelen te vertalen.
Geen strakke scheiding
Stedebouwkundige en architectonische waarden vloeien als het ware
in elkaar over. Vandaar, dat wij niet een al te strakke scheiding
hebben trachten te maken tussen deze twee.
In bepaalde delen van de binnenstad zal onvoorwaardelijk; kleinschalige
bebouwing geëist moeten worden, omdat anders de vooral voor voet
gangers aantrekkelijke sfeer van de bebouwing in gevaar komt.
Sommige delen aan de rand van de binnenstad zijn echter wat minder
gevoelig, zoals b.v. het stationskwartier. Toch zjjn in de loop
der tijd ook in de randgebieden bebouwingen tot stand gekomen, die
zich qua schaal en maat moeil-jk met het oude raster verdragen,
zoals de gevangenis, de AMRO-bank, het PTT-complex.
Veel hangt af van de kwaliteit van de architectuur. Sen voorbeeld
in de goede zin is b.v. de provinciale bibliotheek die laat zien
dat ook een groot gebouw mild van uiterlijk kan zijn.
Niettemin zal in gebieden die grenzen aan kleinschalige, historische
bebouwing een geleidelijke overgang nagestreefd moeten worden. Het
bestemmingsplan biedt de mogelijkheid om van afzonderljjke percelen
wisselende maximum bebouwingshoogten vast te stellen.
Waar wél .-?roei en waar niet?
In sommige delen van de binnenstad zal duidelijk aangegeven moeten
worden, welke groeimogelijkheden er nog voor de da .r aanwezige com
plexen zjjn.
In andere delen, zoals b.v. zuidel jk van het'Wilhelminaplein, zal
moeten worden tegemoet gekomen aan de behoefte aan hogere bebouwing.
Als eis kan daarbij worden gesteld, dat er trapsgewijze overgangen
worden aangehouden. Wij vinden het namelijk niet reëel, dat grootscha
ligheid overal taboe moet zjin (Dannenberg)
Richtinggevend voor de toegestane hoogte zuidelijk van het Wilhelmina
plein is wellicht het toch al vrij hoge IWGD-gebouw.
Waar een hogere bebouwing wordt geaccepteerd, wordt in feite een
hogere economische waarde aen de grond toegekend. Hierbj zal men
zich moeten afvragen of dit voordeel niet mede aan de gemeenschap
den goede zou moeten konen.
Het waarborgen van menselijke, plezierige bebouwing is een taak
die zov/el bij de toeziende instanties als bjj de architect berust.
Het is daarbij een eerste eis, dat wederzijdse wensen in eon zeer
vroeg stadium worden uitgewisseld.