-34-
aayHK K I
Verkeer, algemeen.
-35-
De objectdoelen en taakstellingen zijn in het hoofdstuk verkeer relatief
uitvoeriger uitgewerkt dan in de vorige hoofdstukken is gebeurd. Deze
uitvoerigheid dient te worden gezien als een toelichting, opdat U reeds
in dit stuk een duidelijk beeld krijgt van deze gecompliceerde materie.
De objectdoelen zullen in de tijd moeten worden uitgewerkt, maar ook in
de ruimte moeten worden bijgesteld, al naar gelang de verdere ontwikkeling.
Wanneer w(j spreken over de verkeersvoorzieningen voor de toekomstige bin
nenstad, staan ons uiteenlopende zaken voor ogen.
Enerzijds roept wat er aanwezig is verkeer op. Anderzyds heeft die binnen
stad dat verkeer, die relaties, ook nodig. Zij kan er niet buiten, tenzij vy
ons er een totaal ander funotiepatroon voorstellen. Bij een bepaald functie
patroon behoren een aantal en een bepaald soort verkeersrelatiea
Veranderen wjj de functies dan ontstaat ander verkeer. Veranderen of beïn
vloeden wij de bereikbaarheid dan zullen bepaalde functies warden aangetrok
ken en andere worden afgestoten.
Primair nemen wij een bepaald functiepatroon tot uitgangspunt en het daarvan
afgeleide verkeerspatroon. Er blijft dan enige speelruimte over in de vorm,
in het soort verkeersrelaties. De vraag is daarbij, welke verhoudingen
tussen openbaar vervoer, privl-autoverkeervoetgangers en fietsverkeer
mogelijk zijn zonder dat het door ons gewenste functiepatroon verandert.
Wij zijn van mening, dat de middelen om de keuze van het vervoermiddel te
beïnvloeden zeer beperkt zijn. Met name om de mensen zover te krijgen, dat
zij hun auto thuis laten zonder dat zij de binnenstad gaan mijden.
De verkeersvoorzieningen die wij aanbevelen behoren bij het volgende
functiepatroon, dat wij als het meest wenselijk beschouwen:
1. de functies binnen de toekomstige binnenstad zullen slechts weinig
afwijken van de tegenwoordige, het wonen zal iets in betekenis toenemen,
met name in het noordelijk deel; in het Stationskwartier zal met een
toeneming van de kantoorfunctie moeten worden gerekend.
2. het aantal arbeidsplaatsen zal in de toekomst weinig afwijken van het
tegenwoordig aantal, nl. 14.000 (thans 11.500 binnen de grachten).
3. het winkelcentrum als streekoentrma zal van zeer grote be„tekenis blijven.
4. wat betreft de betekenis als stadswinkelcentrum gaan we uit van de groei
van het aantal inwoners tot 116.000 en een gelijkblijvende hiërarchie
tussen stadscentrum en wijk/buurtcentra.
5» in de sohil om de binnenstad, waar het wonen momenteel de belangrijkste
functie is, zal deze functie behouden dienen te blijven op straffe van
achteruitgang van die binnenstad.
Aansluitend aan het uitgangspunt, dat een sterke wijziging van het funotie
patroon ongewenst is, willen wjj rekening houden met de volgende ontwikke
lingen»
1in absolute zin zal het aantal verkeersbewegingen naar de binnenstad
toenemen door het groeiend aantal Inwoners van Leeuwarden en regio
2. het aandeel van het openbaar vervoer hierin zal slechts beperkt toe
nemen, ondanks de pogingen die we zullen doen om dit vervoer te bevoor
rechten.
3. het aandeel van de auto in het verkeer naar de binnenstad zal nog toenemen
als gevolg van de nog steeds stijgende autodichtheid en de voortschrijdende
suburbanisatie; dit vooral ten koste van het aandeel van de (brom)fiets.
4„ verkeer van an naar de binnenstad onderscheiden wij in verkker door reep.
werkers, bezoekers (aan winkel- en dienstensector) en bewoners. Het
aandeel van de werkers achten wij vry sterk te béinvloeden door beperking
van de langparkeermogelykheden en door verbetering van het openbaar
vervoer. Wij hopen daarmee te bereiken, dat nog maar 25 van hen met de
auto komt en een ongeveer even groot perc. met het openbaar vervoer.
Veel bezoekers zullen geen redelijk alternatief vinden in andere vervoers
wijzen dan de auto. Ze zullen in hun keuze weinig mogen worden belemmerd,
en we gaan dan ook uit van eenzelfde mate van autogebruik als in het
heden.