- 2 - Voor gemeenten, die in aanmerking willen komen voor een aanvullende bijdrage uit het gemeentefonds geldt de eis, dat de tarieven, in rekening te brengen aan bedrijven, tenminste kostendekkend moeten zijn. Inzake de hoogte van de huisvuilrechten geven de Ministers van Binnen landse Zaken en van Financiën ook een norm. Voor 1973 moet dit recht minimaal 2,90 per maand bedragen. Aangezien het huidige tarief van 2,95 per maand nog boven genoemde norm ligt, stellen wij U voor het tarief nu niet te verhogen. Ten aanzien van de overige rechten delen wij U het volgende mee. Het tarief voor het ophalen en afvoeren van afval van (kleine) bedrijven hebben wij, op basis van 100$ kostendekking, berekend op 5,30 per maand. Wij stellen U voor het bestaande tarief van 4,65 te verhogen tot 5)30 per maand. Het tarief per m3 af te voeren vuil op de speciale donderdagse dienst kan naar een kostenbestand van 65-220,en rekening houdende met een hoeveelheid van 3000 m3 vuil worden bepaald op rond 10,90 per m3> Wij stellen U voor dit (kostendekkende) tarief te verhogen van 10,-- tot 10,90 per m3« Diverse rechten: Een aantal tarieven, zoals die voor het beschikbaar stellen en regelmatig ledigen van laadkisten en het stortrecht zijn nog voldoende om de kosten te dekken, zodat deze tarieven ongewijzigd kunnen blijven. Wel stellen wij U voor een wijziging in het stortrecht aan te brengen, voor aover het betreft het storten van puin en stobben. Artikel 7 van de verordening kent twee tarieven betreffende het stort recht, nl. een tarief voor het storten van afval, geen puin en stobben zijnde, van 4«85 per-g- m3 en een tarief voor het storten van puin en stobben op een door Burgemeester en Wethouders aangewezen terrein van 11,30 per m3- Onlangs is voor het storten van puin en stobben een nieuw terrein aan het Kalverdijkje in gebruik genomen. Daar het in het voornemen ligt op dit terrein uitsluitend grote hoeveelheden ineens te storten, is het niet langer noodzakelijk dit terrein onder voortdurend toezicht te stellen, waardoor de kostprijs van deze dienst verlening lager kan worden gesteld. De exploitatielasten van het ter rein aan het Kalverdijkje bedragen jaarlijks rond 30.000,--. Bij een geraamde hoeveelheid van 3100 m3 gestorte afvalstoffen kan het stortrecht op 4)85 per m3 worden gesteld. Aangezien dit tarief gelijk is aan het stortrecht van afvalstoffen - geen puin of stobben - stellen wij voor de twee in artikel 7 genoemde tarieven samen te voegen. Als bijkomstig voordeel is hieraan verbonden, dat niet langer verschil van mening ontstaat over de aard van de aangeboden afvalstoffen. Het tarief voor het ledigen van particuliere kolken zou om kosten dekkend te blijven evenals vorig jaar moeten worden verdubbeld. Wederom verdubbeling van dit tarief achten wij te fors, temeer omdat wij van mening zijn, dat de gemeente deze dienstverlening moet kunnen blijven bieden. Wij stellen U voor deze rechten te verhogen overeen komstig de door de Ministers van Binnenlandse Zaken en van Financiën gegeven richtlijn, dat de tarieven van retributieheffingen voor 1973 minstens moeten stijgen met 12$. Verder stellen wij U voor de overige tarieven zodanig te verhogen dat ze weer kostprijsdekkend zijn. Dit betreft de tarieven voor; a. het als buitengewone dienst ophalen en afvoeren van afvalstoffen (verhoging van het m3 tarief van 15)-- tot 16,65 en het kwartier-tarief van 4)40 tot 510 b. het ledigen van beer- en slikputten (verhoging van 30,-- tot f 34)— per m3 5 c. het doorspoelen van riolen (verhoging van 18,tot 19)50 per half man-uur) en d. de kosten van het zuiveren van een perceel (verhoging van 12, tot 13)50 per half man-uur). - 3 - Voor een vergelijking van de bestaande en de nu voorgestelde tarieven mogen wij U overigens verwijzen naar het bij de stukken ter inzage gelegde overz icht De uit de voorgestelde tariefsverhoging verwachte meeropbrengst kan worden gesteld op rond 70.000,zodat het geraamde tekort op die dienstonderdelen waarvoor rechten worden geheven tot rond 851.000, kan worden verlaagd. De stijging van het tekort t.o.v. de primitieve begroting voor 1973 wordt in hoofdzaak veroorzaakt door het niet verhogen van het huisvuilrecht Algemeen In de praktijk bestaat behoefte nog enkele wijzigingen in de ver ordening aan te brengen met betrekking tot het aanwijzen van de "be lastingplichtige", het begrip "perceel" en het aanwijzen van de functionaris, belast met het verlenen van "uitstel van betaling" van de in rekening gebrachte rechten. Als belastingplichtige in de verordening is in artikel 3, onder I sub 3 aangewezen degene, die van de diensten gebruik maakt. Sedert de invoering van plasticzakken vermeldt artikel 5 inzake het tarief, dat het recht is verschuldigd voor het periodiek ophalen en afvoeren van huis- en/'of bedrijfsvuilafkomstig vah ho'ofdb'ewon'êr's/ hoofdgebruikers van percelen. Wij stellen U voor artikel 3 aan deze redactie aan te passen en als belastingplichtige voor de diensten genoemd in -t'1" 1 5) onder I, sub 1 en 2, aan te wijzen de "hoofdbewoner hoofdgebruiker van het perceel, ten behoeve waarvan de dienst wordt verleend" Foor de toepassing van de verordening wordt in artikel 2 onder "perceel" verstaan, zovel een gebouw als een afzonderlijk in gebruik zijnd gedeelte van een gebouw. Om ook de mogelijkheid te openen deze rechten te heffen van vroonwagens en andere gelegenheden tot bewoning of verblijf dienende, achten wij het gewenst de begripsomschrijving in artikel 2 uit tc breiden. De heffing van rechten van vaartuigen zullen wij aan de orde stellen bij de herziening van het havengeld, zodat deze categorie buiten deze verordening kan blijven. Wij stellen U voor artikel 2, onder I sub 8 uit te breiden met de volgende bepaling. "Voor de toepassing van deze verordening wordt met een perceel gelijkgesteld een woonwagen of een andere gelegenheid tot bewoning of verblijf in gebruik, met uitzondering van vaartuigen". Voorts achten wij het gewenst als functionaris, belast met het verlenen van "uitstel van betaling" aan te wijzen die ambtenaar, die het nauwst bij de invordering van de reinigingsrechten is betrokken (artikel 16). Aangezien de aanslagregeling berust bij de Dienst voor Reiniging en Brandweer is het naar onze mening gewenst de bevoegdheid om uitstel van betaling te verlenen toe te kennen aan de Administrateur van deze dienst. Deze bevoegdheid berust nu nog bij de Controleur der Gemeente belastingen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1973 | | pagina 179