- 4 -
a. voor de tweede leerling 20<fo
b. voor de derde leerling 30'fo
c. voor de vierde en volgende leerling 50fó
met dien verstande,, dat de leerling, voor wie het hoogste, onder
scheidenlijk het op een na hoogste, onderscheidenlijk het óp twee
na hoogste bedrag is berekend, respectievelijk als eerste, tweede
en. derde leerling wordt beschouwd.
Wegblijven van leerlingen.
Artikel 8.
Voor hen, die als leerling zijn ingeschreven voor een hcffings-
tijdvak en die bij de aanvang van het cursusjaar wegblijven, wordt
het lesgeld verminderd en teruggebracht tot de helft.
Tussentijdse inschrijving.
Artikel 9.
Voor een leerling, die in de loop van het heffingstijdvak wordt
ingeschreven, worden de in artikel 5 genoemde tarieven verminderd en
teruggebracht tot zoveel twaalfde gedeelten van het tarief als over
eenkomt met het nog in het heffingstijdvak resterende aantal kalender
maanden. Een gedeelte van een kalendermaand wordt hierbij voor een
gehele kalendermaand gerekend.
Ontheffing.
Artikel 10.
1Behoudens het bepaalde in het tweede, derde en vierde lid,
wordt geen ontheffing van het lesgeld verleend indien een leerling
in de loop van het heffingstijdvak het Muziekinstituut verlaat.
2. Indien een leerling in de loop van het heffingstijdvak over
lijdt of het Muziekinstituut verlaat wegens vertrek naar een andore
gemeente, wordt ontheffing van het lesgeld verleend voor zoveel vier
de gedeelten als er nog volle kalenderkwartalen in het heffingstijd
vak overblijven.
3. Indien een leerling door het ontstaan van een vacatui-o in
het lerarenkorps geen les meer kan krijgen wordt ambtshalve ont
heffing van lesgeld verleend over zoveel volle kalendermaanden als
deze vacature duurt, tenzij gedurende deze vacature de lessen door
oen andere leerkracht worden waargenomen. Hetzelfde geldt in geval
van ziekte van de leraar gedurende langer dan één kalendermaand.
4. Indien een leerling wegens ziekte het Muziekinstituut gedu
rende langer dan drie kalendermaanden achtereen niet heeft kunnen
bezoeken, wordt ontheffing van het lesgeld verleend over zoveel
volle kwartalen, als hij gedurende het heffingstijdvalc het Muziek
instituut niet heeft bezocht.
5. Ter verkrijging van de in het tweede en vierde lid van dit
artikel bedoelde ontheffingen moet een daartoe strekkend verzoek
schrift worden ingediend binnen twee maanden, nadat de leerling is
overleden, of het Muziekinstituut heeft verlaten, onderscheidenlijk
binnen vijf maanden, nadat het bezoek aan het Muziekinstituut wegens
ziekte is gestaakt.
i;
- 5 -
Wijze van heffing der lesgelden.
Artikel 11
1. Het lesgeld wordt geheven bij wege van aanslag.
2. Het lesgeld is invorderbaar;
a. voor de lessen genoemd in artikel 5s onder A en D, in twee gelijke
termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de
maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbil
jet is vermeld, de tweede twee maanden later;
b. voor de lessen genoemd in artikel 5j onder B en C, in drie gelijke
termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de
maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbil
jet is vermeld, de tweede en derde termijn telkens twee maanden
later.
Machtiging tot overdracht van bevoegdheden.
Artikel 12.
Burgemeester en Wethouders kunnen één of meer gemeenteambtenaren
aanwijzen, die in hun plaats treden met betrekking tot de uitvoering
van enige wettelijke bepaling betreffende do heffing en invordering
van het lesgeld.
Overdracht van bevoegdheid tot het verlenen van
afschrijving en uitstel van betaling.
Artikel 13»
1. Be Controleur der Gemeentebelastingen is bevoegd het lesgeld
geheel of gedeeltelijk af te schrijven, indien de losgeldplichtige
niet in staat is anders dan met buitengewoon bezwaar het lesgeld of
het volle lesgeld te betalen.
2. Be Comptabele is bevoegd uitstel van betaling te verlenen.
3. Voor de berekening van interest als bedoeld in artikel 17?
tweede lid van de wet van 22 mei 1845* Stb. 22, vindon de krachtens
het tweede lid van dat artikel gegeven maatregelen overeenkomstige
toepassing.
Batum inwerkingtreding en overgangsbepalingen
Artikel 14.
1Beze verordening treedt in werking met ingang van het hef
fingstijdvak 1973/1974.
2. Op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening vervalt
de verordening op de heffing en invordering van lesgeld voor het vol
gen van onderwijs aan de afdeling amateuropleiding van het Gemeente
lijk Muziekinstituut, vastgesteld bij raadsbesluit van 11 mei 1970,
no. 6321a -sedertdien gewijzigd-, met dien verstande dat zij van kracht
blijft voor de aanslagen die betrekking hebben op aan het heffings
tijdvak 1973/1974 voorafgegane heffingstijdvakken.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.