Bouw van een noodlokaal ten behoeve van de Stedelijke Scholengemeenschap atheneum-havo. Bijlage no. 165. Leeuwarden, 24 mei 1973> Aan de Gemeenteraad. Bij de voorbereiding van het schooljaar 1973/1974 van de Stedelijke Scholengemeenschap atheneum-havo, alhier, hebben wij een prognose gemaakt van het aantal leerlingen, dat bij de aanvang van het nieuwe schooljaar de school zal bezoeken. Verwacht wordt, dat dit aantal leerlingen bij de aanvang van het schooljaar 1973/1974 79& en bij de aanvang van het school jaar 1974/1975 887 zal bedragen. Daar het aantal lokalen, waarover de school thans beschikt, niet toe reikend is om deze aantallen leerlingen te huisvesten, hebben wij de Minis ter van Onderwijs en Wetenschappen verzocht toestemming te verlenen ten be hoeve van de school 7 noodlokalen en een lerarenkamer te bouwen. Dit aantal noodlokalen is mede gebaseerd op de omstandigheid, dat de school niet de beschikking heeft over adekwaat ingerichte en aan de ruimtelijke eisen vol doende prakticumlokaliteiten. Door het in de school realiseren van een in terne verbouwing kan in laatstgenoemde behoefte worden voorzien, hetgeen echter tot gevolg heeft, dat de school over twee leslokalen minder zal kun nen beschikken, zodat wij als compensatie hiervoor toestemming hebben ge vraagd voor de bouw van twee extra lokalen. Bij brief van 27 maart 1973» kenmerk 30/ll/V-151559» heeft de Staats secretaris van Onderwijs en Wetenschappen echter medegedeeld, dat hij, ge let op de laatst bekende gegevens inzake de ontwikkeling van het leerlingen aantal van de school, een uitbreiding van de bestaande huisvesting volgens de vigerende richtlijnen niet noodzakelijk acht. Wel heeft hij in verband met de dislokatie van de scholengemeenschap toestemming verleend voor het uitbreiden van de bestaande huisvesting met een theorielokaal. Daar het definitieve leerlingenaantal, dat de school zal bezoeken, eerst bekend zal zijn bij de aanvang van het nieuwe schooljaar, hebben wij gemeend in af wachting hiervan voorshands met het toegestane theorielokaal genoegen te moeten nemen. V/ij hebben ons beraden op welke wijze in de bouw van dit theorielokaal zal dienen te worden voorzien. De omstandigheid, dat ock dit lokaal, even als de reeds eerder geplaatste lokalen, slechts vuor een beperkt aantal ja ren ten behoeve van de scholengemeenschap zal worden gebruikt, maakt het noodzakelijk, dat het lokaal na dit gebruik met weinig kosten kan worden verplaatst om elders te worden gebruikt. Hiervan uitgaande zijn wij van me ning, dat het aanbeveling verdient een z.g. lokaal-unit te plaatsen van B.V. machinefabriek J. Loning te Groningen, welke firma cok de thans reeds in gebruik zijnde noodlokalen heeft geleverd en geplaatst. Bovendien wordt hierdoor de eenheid in vorm en uiterlijk met deze lokalen behouden. Wij hebben dan ook gemeend in het onderhavige geval te kunnen volstaan met de uitnodiging aan de firma Loning een offerte uit te brengen voor de bouw van een theorielokaal. Blijkens deze offerte worden de kosten voor de bouw van dit lokaal ge raamd op 60.625,incl. B.T.W. Voor de inrichting van dit lokaal is een bedrag nodig van 3700,incl. B.T.W.De Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen heeft medegedeeld, dat voor de bouw van dit lokaal een jaarlijkse rijksvergoeding voor kapitaalslasten zal worden toegekend van 3250,De kapitaalslasten worden geraamd op 6.660,(l5-ja:rige annuïteit). Ten laste van de gemeente blijft 3.4IO,per jaar. De aan schaf fingskosten van het meubilair ad 3700,zullen door het rijk S. fonds perdu worden vergoed.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1973 | | pagina 190