- 18 bo lid 3j wat betreft de afmeting van het daarin genoemde vloeropper vlak, indien de trap zodanig van vorm, afmeting en ligging is, dat ook met een kleinere afmeting van dat oppervlak een veilig en doeltreffend gebruik van de trap gewaarborgd is. Artikel XLIV. Artikel 91 wordt als volgt gewijzigd; 1. De aantrede van vaste trappen naar voor het verblijf van mensen bestem de ruimten in tot bewoning bestemde gebouwen moet, gemeten in de klim- lijn, tenminste bedragen? a. indien de trappen de hoofdtoegang vormen tot meer dan één woning of vrooneenheid en die woningen of vrooneenheden niet tevens met een lift bereikbaar zijn; 23 cm; bbinnen woningen voor rechte delen tenminste 17 cm; voor andere delen tenminste 18 cm; c. in alle overige gevallen; tenminste 20 cm. 2. De aantrede van vaste trappen naar niet voor het verblijf van mensen bestemde ruimten in tot bewoning bestemde gebouwen moet, gemeten in do klimlijn, tenminste 14 cm bedragen. 3. De breedte van de treden van niet binnen een woning gelegen vaste trappen naar voor het verblijf van mensen bestemde ruimten mag, geme ten loodrecht op de voorkant van de trede, nergens minder zijn dan 8 cm, met dien verstande dat deze breedte bij trappen die de hoofd toegang tot meer dan twee woningen of wooneenheden vormen, die niet tevens met een lift bereikbaar zijn, nergens minder mag zijn dan 17 cm 4. Treden van vaste trappen met een aantrede van 24 cm of minder naar voor het verblijf van mensen bestemde ruimten moeten zijn voorzien van een wel van tenminste 4 cm, indien ze zijn begrensd dooi' een stootbord of door een volgende trede. 5. De aantrede van andere dan vaste trappen in tot bewoning bestemde ge bouwen moet tenminste 11 cm bedragen. 6. ITaderc eisen kunnen worden gesteld met betrekking tot de aantrede en de tredebreedte van trappen in niet tot bewoning bestemde gebouwen. 7. Vrijstelling kan worden verleend van; a. het bepaalde in lid 1, onder c; b. het bepaalde in lid 3» voor niet tot bewoning bestemde gebouwen, oen en ander indien de veiligheid dit toelaat. Artikel XLV. Het opschrift en de inhoud van artikel 92 worden als volgt gewijzigd: Artikel 92 Breedte van trappen van tot bewoning bestemde gebouwen. 1De breedte van vaste trappen van tot bewoning bestemde gebouwen moet tenminste bedragen: a. indien de trap binnen oen woning is gelegen en uitsluitend toegang geeft tot een zolder, waarop zich geen kamer of keuken bevindt, of tot een kelder: 55 cm. Het trapgat van een zodanige trap moet een breedte van tenminste 70 cm hebben; b. indien de trap binnen een woning is gelegen en toegang geeft tot een of meer kamers of een keuken; 70 cm;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1973 | | pagina 241