tam
- 20 -
Artikol XLVIII.
Het opschrift en do inhoud van artikel 98 worden als volgt gewijzigd;
Artikel 98 Overdekking en wanden van hellingbanen.
1Een hellingbaan van een tot bewoning bestemd gebouw moet overdekt
zijn en zijn voorzien van gesloten zijwanden, tenzij nabij de hel-
lingbaan tevens een trap aanwezig is die aan hetzelfde doel beant
woordt als de hellingbaano
2, Vrijstelling kan worden verleend van hot bepaalde in lid 1, mits de
hellingbaan ook bij ongunstige weersomstandigheden voldoende veilig
begaanbaar blijft.
Artikol IL.
Artikel 99s lid 5? wordt als volgt gewijzigd;
5. Een hellingbaan als bedoeld in lid 1, moet aan elke open zijdo zijn
voorzien van een balustrade tor hoogte van tenminste 1 m, welke vol
doende waarborgen biedt tegen het doorvallen van en overklauteren
door kinderen.
Artikel L.
Artikel 101, lid 1, wordt als volgt gewijzigd;
1. Ten dienste van tot bewoning bestemde gebouwen, waarin de vloer van
een hoofdwoonkamer meer dan 10 m boven peil is gelegen, moeten een
of meer personenliften aanwezig zijn binnen een horizontale afstand
van 80 m van elke woning.
Artikel 101, lid 2, wordt ais volgt gewijzigd;
2. Als nadere eis kan worden gesteld, dat in bijzondere woongebouwen een
of meer personenliften aanwezig moet zijn, indien in bouwlagen,
waarvan de vloer 10 m of minder boven peil is gelegen, voor het ver
blijf van mensen bestemde ruimten voorkomen.
Artikel LI.
In artikel 102, lid 2, vervallen de zinsnede "kamer, als bedoeld in
artikel 72, lid 2" en de haakjes om het woord hoofdwoonkamer.
Artikel Lil.
Artikel 105 wordt als volgt gewijzigd;
Artikel 105 Toetreding van daglicht tot kamers en keukens van tot be
woning bestemde gebouwen.
1Kamers en keukens van tot bewoning bestemde gebouwen moeten voor de
toetreding van daglicht zijn voorzien van aan de buitenlucht grenzende
staande ramen, die een oppervlakte hebben tenminste gelijk aan het ge
deelte van de vloeroppervlakte van de kamer of de keuken, als aange
geven in onderstaande tabel