- 22 - Artikel LIV. In artikel 107 vervallen do zinsnede "kamers, als bedoeld in artikel 72, lid 2" en de haakjes om het woord hoofdwoonkamers. Artikel LV. Het opschrift en de inhoud van artikel 108 worden als volgt gewijzigd; Artikel 108 Toetreding van daglicht tot trappen en bordessen, toegang gevende tot woningen 1Tot vaste trappen en bordessen, toegang gevende tot niet meer dan twee woningen, moet het daglicht in voldoende mate kunnen toetreden 2. In buitenwanden van besloten trappehuizen die toegang geven tot drie of meer woningen, of in buitenwanden van ruimten die over de volle hoogte van die trappehuizen en over een breedte van tenminste 1 m in open verbinding staan met die trappehuizen, moet por bouwlaag een opening zijn aangebracht, bezet met blank glas, waarvan de oppervlakt tenminste 0,6 m^ bedraagt en waarvan de kleinste afmeting tenminste 50 cm bedraagt 5o Hadere eisen kunnen worden gestold met betrekking tot de toetreding van daglicht tot trappen in niet geheel besloten ruimten. 4' Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in lid 2; a. indien de toetreding van daglicht op gelijkwaardige wijze is ge waarborgd; b. indien de vrijstelling, bedoeld in artikel 71, lid 2, is verleend. Artikel LVI. Het opschrift en de inhoud van artikel 109 worden als volgt gewijzigd; Artikel 109 Toetreding van daglicht tot trappen en bordessen van bij zondere vroongebouwen. 1. In buitenwanden van besloten trappehuizen van bijzondere woongebou wen moet per bouwlaag een opening zijn aangebracht, bezet met blank glas, waarvan de oppervlakte tenminste 0,6 m2 bedraagt en waarvan de kleinste afmeting tenminste 50 cm bedraagt. 2. Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in lid 1, indien do toetreding van daglicht op gelijkwaardige wijze is gewaarborgd. Artikel LVII. Artikel 113 wordt als volgt gewijzigd; 1. Kamers van tot bewoning bestemde gebouwen moeten - behoudens het be paalde in artikel 114 - zijn voorzien van; a. buitendeuren of beweegbare ramen in een buitenwand tot een opper vlakte van tenminste 1/4 van de door de lichttoetreding vereiste raamopporvlakto en bovendien van b. oen afzonderlijke doeltreffende ventilatie-opening, waarvan geen deel meer dan 50 cm beneden de zoldering is gelegen. 2. Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in lid 1, indien een doeltreffende mechanische inrichting voor luchtverversing aan wezig is.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1973 | | pagina 245