- 57
3. Tussen een rundvee- of een paardenstal en een bergplaats voor hooi,
stro of een dergelijk gemakkelijk ontvlambaar materiaal moet een wand
dan wel een vloer aanwezig zijn met een brandwerendheid van tenminste
60 minuten.
Openingen in deze wanden en vloeren zijn toegestaan voor zover ze
noodzakelijk zijn voor de bedrijfsvoering en zijn afgesloten door
zelfsluitende luiken, met een brandwerendheid van tenminste 30 minu
ten.
Riet van toepassing is het bepaalde in dit lid op loopstallen.
4. Rundvee- en paardenstallen voor meer dan 12 stuks vee of paarden moe
ten nabij beide einden zijn voorzien van tenminste één naar buiten
draaiende en van buiten af te openen deur, hoog tenminste 2 m en
breed tenminste 1,1 m. Rundvee- en paardenstallen voor niet meer dan
12 stuks rundvee of paarden moeten zijn voorzien van tenminste één
dergelijke deur.
Riet van toepassing is het bepaalde in dit lid op loopstallen.
5. Bij do beoordeling van de volgens dit artikel vereiste brandwerend
heid van vloeren mogen plafonds en delcvloeren worden medegerekend.
6. ITadere eisen kunnen worden gesteld met betrekking tot loopstallen en
met betrekking tot stallen die bestemd zijn voor het onderbrengen van
moor dan 40 stuks rundvee of paarden.
7. Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in het derde lid
voor stallen, bestemd voor ten hoogste 12 stuks rundvee en/of paarden.
Artikel CVI.
A. Artikel 257s lü 2, wordt als volgt gewijzigd:
2. Wanden en afdekking van machineruimten, alsmede deuren en luiken
daarin, moeten voldoen aan REU 3152, uitgave 1966onder 4.8 d.
B. Artikel 2575 lid 3, wordt als volgt gewijzigd:
3. Vloeren van machineruimtcm die zich boven een liftschacht bevinden,
alsmede luiken in die vloeren, moeten voldoen aan EER 3152, uitgave
1966, onder 4=8 d.
Artikel CVII.
Ra artikel 258 wordt een nieuw artikel 258a ingevoegd, luidende:
Artikel 258a. Voorzieningen ten behoeve van invaliden.
Eadere eisen kunnen worden gesteld ten behoeve van invaliden aan niet
tot bewoning bestemde gebouwen, die dienen of mede dienen ter vervulling
van maatschappelijke plichten, met betrekking tot:
a. de toegang van het gebouw;
b. de aanwezigheid van leuningen;
c. de afmetingen en de inrichting van een telefooncel.