- 38 - Artikel GVIII. Het opschrift en de inhoud van artikel 260 worden als volgt gewijzigd; Artikel 260 Beveiliging tegon het doorvallen door glas in afscheid- dingen Glas in een verticale afscheiding ter plaatse van een niveauverschil van meer dan 1 m moet tegen doorvallen van personen doeltreffend zijn beveiligd tot een hoogte boven het hoogste niveau van; a. tenminste 0,8 m indien laatstgenoemd niveau lager dan 5 m boven peil ligt of binnen een woning is gelegen; bo tenminste 1 m indien laatstgenoemd niveau hoger dan 5 ui doch lager dan 12,5 m boven peil ligt; c. tenminste 1,2 m in alle overige gevallen. Artikel CIX. Het opschrift en de inhoud van artikel 262 worden als volgt gewijzigd; Artikel 262 Bouwen nabij bovengrondse hoogspanningslijnen en onder grondse hoofdtransportleidingen. 1Binnen een strook van 6 m ter weerszijden van voor stroomgeleiding bestemde draden van bovengrondse hoogspanningslijnen mogen zich geen delen bevinden van andere bouwwerken dan die welke deel uitmaken van de hoogspanningslijn. Bij het bepalen van deze afstand moet rekening worden gehouden met het uitzwaaien der draden tengevolge van de wind. Onder hoogspanningslijn wordt in di-t artikel verstaan een lijn met een nominale electrische spanning van 1000 volt of meer. 2. Binnen oen strook van 6 m ter weerszijden van een ondergrondse hoofd transportleiding mag niet worden gebouwd. 5Vrijstelling kan worden verleend; a. van het bepaalde in lid 1 voor wat betreft de afstand van 6 m, indien de electrische spanning van de hoogspanningslijn daarvoor geen bezwaar oplevert; b. van het bepaalde in lid 2 voor wat betreft de afstand van 6 m, indien daartegen met het oog op de veilige en ongestoorde ligging van de leiding geen bezwaar bestaat. Artikel CX. Artikel 265, lid 1s wordt als volgt gewijzigd; 1. Als nadere eis kan worden gesteld, dat op of bij een of meer tot bewoning bestemde gebouwen een doeltreffende gemeenschappelijke an tenne, waarmede de ter plaatse goed ontvangbare omroep- en televisie signalen kunnen worden doorgegeven, met de daarbij behorende appara tuur en geleidingen wordt aangebracht en dat in een woning of woon- eenheid een aansluitgelegenheid aan een gemeenschappelijke antenne of Centrale Antenne Inrichting wordt aangebracht.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1973 | | pagina 261