Artikel CXYII.
Het opschrift en de inhoud van artikel 274 worden als volgt .gewijzigd?
Artikel 274 Aanwezigheid van een schuilplaats»
Ten behoeve van woningen in gebouwen, als bedoeld in artikel 272, moet
een schuilplaats aanwezig zijn, die voldoet aan de eisen gesteld in de
artikelen 275 t/m 280»
Artikel CXVIII»
Hot opschrift en de inhoud van artikel 275 worden als volgt gewijzigd?
Artikel 275 Ligging van de schuilplaats.
1. De vloer van een schuilplaats mag niet meer dan 5 m boven peil zijn
gelegen.
2. Indien de schuilplaats voor een woning niet binnen het woongebouw be
reikbaar is, moet een onbelemmerde verbinding bestaan tussen de voor
die woning bestemde uitgang van het woongebouw en de toegang tot de
schuilplaats, gelegen in het vroongebouw dan wel in een ander gebouw.
Tussen de evenbedoelde uitgang en toegang mag de in de openlucht aan
wezige afstand - gemeten langs de af te leggen weg - niet meer dan
60 m zijn.
Artikel CXIX.
Het opschrift en de inhoud van artikel 2f6 worden als volgt gewijzigd?
Artikel 276 Grootte van de schuilplaats.
1. Do tot schuilplaats bestemde ruimte of het daarvoor bestemde gedeelte
van de ruimte moet per woning een oppervlakte hebben van tenminste
1 m2, vermeerderd met 0,5 m2 voor elke kamer die de woning bevat. Van
deze oppervlakte moet de evenwijdig aan de dichtstbijzindo gevel ge
meten zijde tenminste 1,50 zijn.
2. Do schuilplaats moet por woning een inhoud hebben van tenminste 3 m2
voor elke kamer die de woning bevat. Bij de bepaling van deze inhoud
mag de inhoud van mot de schuilplaats in verbinding staande portalen
- niet zijnde een hoofdtoegangsportaal van het gebouw -, van gangen,
alsmede van daaruit toegankelijke ruimten, worden medeberekend, mits
deuren aanwezig zijn die deze portalen, gangen en ruimten kunnen af
sluiten van de buitenlucht of van het hoofdtoegangsportaal.
Artikel CXX.
Het opschrift en de inhoud van artikel 277 worden als volgt gewijzigd?
Artikel 277 Uitgangen van de schuilplaats.
Indien de'in één ruimte aanwezige schuilplaatsoppervlakte of de in een
aantal nabij elkaar gelegen ruimten gezamenlijk aanwezige schuilplaats
oppervlakte en een vereiste grootte van meer dan 100 m2 heeft, moeten
tenminste twee uitgangen aanwezig zijn, die zodanig zijn gelegen dat bij
versporring van één der uitgangen door beschadiging van het gebouw ten
minste één uitgang nog redelijk bruikbaar kan zijn.