- 45 -
Artikel CXLII.
Artikel 348, lid. 1, punt a wordt als volgt gewijzigd:
a. het gehouw voorzover het een woning of een hij zonder woongebouw be
treft niet in strijd is met de voorschriften voor woningen onder
scheidenlijk bijzondere woongebouwen van hoofdstuk 3 van deze ver
ordening, zulks onder inachtneming van nadere regelen, nadere eisen
en vrijstellingen;
Artikel CXLIII.
A. In artikel 351lid 2, vervalt het woord "25".
B. Aan artikel 351 wordt een derde lid toegevoegd, luidende:
3. Burgemeester en Wethouders kunnen de in artikel 350, lid 1, be
doelde toestemming op verzoek van degene aan wie de toestanming
is verleend of van zijn rechtverkrijgende overschrijven op naam
van een ander dan degene aan wie de toestemming is verleend.
Artikel CX1IV.
Artikel 358 a, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:
1. Indien naar een woning of een wooneenheid centraal antenne-energie
kan v/orden gedistribueerd is het verboden een uitsluitend voor de
woning of de wooneenheid dienende antenne buiten die woning of het
woongebouw te hebben.
Het vorenbedoelde verbod geldt niet voor de op het tijdstip waarop
dit verbod van kracht wordt, aanwezige antennes, zulks echter voor
een termijn van vijf jaar.
Artikel CXLV.
A. In het opschrift van artikel 359 worden na het woord "woning" de
woorden "of vrooneenheid" ingevoegd.
B. Artikel 359lid 4s wordt vernummerd tot lid 5; in dit lid worden
na het woord "tweede" de woorden "en vierde" ingevoegd.
C. In artikel 359 wordt een nieuw vierde lid ingevoegd, luidende:
4. Het is verboden een wooneenheid te bewonen met een aantal perso
nen dat meer bedraagt dan v/4, waarin onder v wordt verstaan het
aantal vierkante meters van de vloeroppervlakte van de kamer,
onderscheidenlijk, indien de vrooneenheid twee kamers bevat, van
de kleinste kamer, met dien verstande dat dat aantal niet meer
dan 8 mag bedragen.
Artikel CXLVI.
A. De huidige tekst van artikel 3^0 wordt vernummerd tot artikel 360,
lid 1,
B. Aan artikel 3^0 wordt een tweede lid toegevoegd, luidende:
2. In een bijzonder vroongebouw is het bovendien verboden slaap
plaatsen te hebben in enige ruimte die niet voldoet aan de in
hoofdstuk 3, afdeling B, C en D, gestelde eisen met betrekking
tot kamers, dan wel in een dagverblijf.