samenstelling, inrichting, afmetingen en verbindingen van afvoerbuizen, hulp stukken van afvoerleidingen, ontluchtingsbuizen van standleidingen en afvoer putten. De oorspronkelijke tekst van artikel 249 is ondergebracht in de artikelen 243> lid 5 en 246, lid 3, waardoor artikel 249 gebruikt kon worden voor een bepaling ontrent de geluidisolatie en brandveiligheid van afvoerleidingen, die in de verordening ontbrak. Artikel Cl. Door de wijziging van artikel 246, lid 1 geldt de niet-van^toepascing verklaring, overeenkomstig de praktijk, ook voor lozingstoestellen op do ver dieping van een eengezinshuis. Zie voor de motivering van artikel 246, lid 3? do motivering van artikel C. Artikel CII Zie de motivering van artikel C. Artikel CV. Artikel 255 is op voorstel van het landbouwschap zodanig gewijzigd, dau het aantal deuren, dan wel luiken tussen een tasruinte en een stal niet tot 66n be perkt behoeft te blijven. Tevens is de overige tekst van dit artikel vereen voudigd Artikel CVII. Zie voor de motivering van artikel 250 a do motivering van artikel aXaVIiI. Artikel CVIII. Zie voor de motivering van artikel 260 de motivering van artikel XCII. Artikel CIX. Het toenemende aantal ondergrondse leidingen naakt het gewenst on ook in de Bouwverordening een regeling daaromtrent op te nemen, waarop kan worden teruggevallen als andere regelingen tekortschieten of ontbreken. Artikel 262 voorziet daarin. Voorts zijn in lid 1 enkele redactionele wijzigingen aangebracht on is de minimale stroomspanning die een bovengrondse lijn voor de toepassing van dit artikel tot hoogspanningslijn stempelt, verhoogd van 500 V tot 1000 V. .Artikel CXV tot en met artikel CXXIX. Bij Koninklijk Besluit van 25 juni 19 60Staatsblad nr. 391 (uitgegever. op 6 augustus 1968) is het geldende Besluit schuilplaatsen bij bouw van woningen ingetrokken en vervangen door het Besluit schuilplaatsen bij bouw van woningen i960 liet nieuwe besluit is gebaseerd op artikel 3> 5, van de Woningwetnet is op 8 augustus 1968 in werking getreden. De Bouwverordening moet met dit besluit in overeenstemming worden gebracht ingevolge artikel 3» lid 7> van de Woningwex. Ter voldoening aan het tweede lid van artikel 16 van het Koninklijk Bosluix zal het besluit, waarbij de wijziging wordt vastgesteld, bovendien een overgangs bepaling moeten bevatten, luidende: "Met betrekking tot bouwplannen, welke worden ingediend binnen drie maanden na het in werking treden van de artikelen 272 tot en net 285, doch die niet aan de bepalingen in deze artikelen voldoen, blijven do artikelen 272 tot en met 286, zoals zij vóórdien luidden, van kracht". Deze overgangsbepaling is opgenomen in artikel CLV, lid 2. Artikelen CXXXI, CXXXII, CXXXIII, CXXXIV, CXXXV. In deze artikelen is in navolging van artikel 49 (zie artikel XVIIoen- scherper onderscheid gemaakt tussen "erf" en "open erf". Zie de in artinel I op te nemen begripsomschrijvingen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1973 | | pagina 299