Adres van de Stichting Voorlichtingscentrum Crematoriumhom-.'.
Bijlage no. 187. Leeuwarden, 14 juni 1973-
Aan de Gemeenteraad.
Bij brief van 14 mei 1975 hebben de Baad van Advies en het bestuur van
de Stichting Voorlichtingscentrum Cremstoriumbouw te Ben daag zich tot U
gericht met het verzoek net heffen van een recht in verband met lijkschouw
en verzegeling van de kist bij crematie in deze gemeente niet in te voeren
of - mocht een dergelijk recht reeds geheven worden - deze heffing te beëin
digen. Bedoelde brief is voor U ter inzage gelegd.
In verband met dit adres delen wij het volgende mede.
Ingevolge artikel 4 van ^-e Wet op de lijkbezorging mag begraving of
verbranding van een lijk niet plaatsvinden dan met schriftelijk verlof van
de ambtenaar van de burgerlijke stand. Verlof tot begraven wordt niet ver
leend, zolang niet is overgelegd een verklaring van overlijden van de be
handelend geneeskundige dan wel van een gemeentelijk lijkschouwer. Indien
crematie wordt gewenst, is altijd een verklaring van een gemeentelijk lijk
schouwer vereist» Voorts schrijft artikel 2 van het Crematiebesluit voor dat
de kist door de gemeentelijk lijkschouwer moet worden verzegeld, dan wel
dat identificatie van het lijk dient plaats te vinden onmiddellijk vooraf
gaande aan de crematie. Een dergelijk voorschrift geldt voor begraving niet.
Het is derhalve duidelijk, dat de wet - hoewel zij begraving en crematie
overigens gelijk stelt - voor crematie andere en verdergaande eisen stelt
dan voor begraving. Een en ander steunt op de gedachte, dat bij crematie
extra zekerheid moet bestaan omtrent de identiteit van de overledene, als
mede omtrent de juiste vaststelling van de doodsoorzaak, omdat eventuele
onregelmatigheden in deze na crematie nimmer meer zullen kunnen worden
bewezen, hetgeen na begraving veelal nog wel mogelijk zal zijn.
Artikel 29 o van de vlet op de lijkbezorging schrijft in verband met het
vorenstaande voor, dat elke gemeente belanghebbenden in de gelegenheid stelt
lijken te doen schouwen door gemeentelijke lijkschouwers. Be gemeente kan
voor deze dienstverlening rechten heffen, als bedoeld in artikel 277 van de
gemeentewet, derhalve een retributie.
Be hier bedoelde rechten worden in onze gemeente niet geheven bij wijze
van belasting (retributie). Vel wordt door de Gemeentelijke Gezondheidsdienst
voor het verlenen van de hier bedoelde diensten een tarief in rekening ge
steld van 20,- per lijkschouw. Bit tarief, dat reeds jaren geldt en
waarvan de hoogte in de loop der jaren is aangepast aan de loon- en prijs
ontwikkelingen, is gebaseerd op een destijds door de Vereniging van Neder
landse Gemeenten uitgebracht advies, inhoudende, dat het door de gemeente
in rekening te stollen tarief zou kunnen worden gelijk gesteld met de ver
goeding welke een huisarts ontvangt, indien hij als gemeentelijk lijk
schouwer optreedt.
Wij merken daarbij op, dat het in onze gemeente geldende tarief als
gematigd kan worden beschouwd in vergelijking mot hetgeen in sommige andere
gemeenten in rekening wordt gesteld.
Adressanten stellen in hun brief dat het in feite zou gaan om politie
kosten, waarvoor de gemeente een vergoeding van het Rijk ontvangt. Wij
delen deze mening niet.
Voorts stellen adressanten, dat een dergelijke heffing discriminerend is.
Ook deze opvatting delen wij niet. Er zijn velerlei gevallen, waarin op
grond van wettelijke voorschriften formaliteiten moeten worden vervuld, die
iii bepaalde gevallen tot het heffen van rechten dan wel tot het in rekening
stellen van kosten kunnen leiden» Bo wet stelt voor crematie nu eenmaal
andere en strengere eisen dan voor begraving. Een en ander hangt naar onze
opvatting samen met de aard dar zaak en is daarmede nog niet discriminerend.