I 13 Aanstellen derde beroepskracht Stichting Ruiterskwartier. Bijlage no. 198. Leeuwarden, 14 juni 1973« Aan do Gemeenteraad. In Uw vergadering van 2A april 1975 hebben wij bij de behandeling van het verzoek van de Stichting Ruiterskwartier on tot aanstelling van een derde beroepskracht te mogen overgaan, toegezegd dit verzoek opnieuw in ïïw Raad aan de orde te stellen, nadat de Raad voor Jougdaangelegenheden hieromtrent advies had uitgebracht. Bij brief van 18 mei 1973 deelt de Raad voor Jougdaangelegenheden ons mode het redelijk te vinden, dat een middelgroot jeugd- en jongerencentrum, zoals "Het Ruiterskwartier"de beschikking heeft over minimaal drie beroepskrachten. Do Raad voor Jeugdaangelegenheden adviseert ons u' voor te stollen hot verzoek van de Stichting Ruiterskwartier te honoreren en de stichting voor hot aanstellen van deze beroepskracht subsidie te verlenen. Daarnaast zijn er een groot aantal adhesiebetuigingen binnen gekomen van diverse instellingen, welke voor op de gebruikelijke wijze by de stukken ter inzage liggen. Zoals is af te leiden uit de aanvullende subsidienota 1973 (bijlage no. 12) zijn wij net de Raad voor Jeugdaangelegenheden van mening, dat een jeugdcentrum als "Het Ruiterskwartier" zeker een drietal beroepskrachten in dienst zal moeten hebben. ïïij betwijfelden evenwel of aanstelling van een dergelijke kracht reeds op korte termijn diende te geschieden. Onze twijfel over het tijdstip, waarop indienstneming van deze derde beroepskracht noest plaatsvinden vond zijn oor zaak in het feit, dat het, gelet op de in het verleden plaats gehad hebbende moeilijkheden in dit centrum, uitermate moeilijk was te beoordelen in hoeverre dit centrum onder normale omstandigheden met de huidige bezetting verantwoord zou kunnen functioneren. ITa ontvangst van de motivering van het positieve advies van do Raad voor Jeugdaangelegenheden, die voor ter inzage ligt, menen wij, dat hot gewenst is de aanstelling van een derde beroepskracht op korte tijd te bevorderen. In Uw vergadering van 24 april 1973 heeft ïïw Raad zich uitgesproken voor de aanstelling "op enigerlei wijze" van een z.g. streetcornerworker. Dit om de problemen welke zijn ontstaan door het optreden van een kleine groep agressieve jongeren mede te kunnen oplossen. Vlij menen, dat hieraan prioriteit dient te worden gegeven boven de subsidiëring van een derde beroepskracht bij de Stichting Ruiterslcwartier, temeer ook omdat ook de Stichting Ruiterskwartier van de aanstelling van een dergelijke kracht profiteert VIij stollen dan ook voor te besluiten het verzoek van de Stichting Ruiters kwartier tot aanstelling van de derde beroepskracht onder de gebruikelijke voorwaarden te honoreren, er daarbij van uitgaande, dat aa'a de aanstelling van een z.g. streetcornerworker de voorrang zal worden gegeven. liet deze ao.nstelling is een bedrag gemoeid van naar raming JO.OOO,--. Hiervan komt ten laste van het ministerie van Cultuur, Recreatie en Ilaatschap- pelijk Uerk 47/j of 14.100, Ten laste van onze gemeente komt eveneens 47/^ of 14.100,De resterende of 1.C00,dient de Stichting op te brengen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1973 | | pagina 319