Ho. 9297.
DB RAAD DBR GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en wethouders van 26 juli
1973 (bijlage no 21J
BESLUIT;
aan J. Doesburg, Ds. Huismansstraat 54» Stiens, terzake van de in 1970
uitgevoerde restauratie van de pui van het beschermde monument Weaze
52, Leeuwarden, een subsidie in uitzicht te stellen van 4*040,
(zegge vierduizend veertig gulden).
Aldus vastgesteld in de openbare ver
gadering van
Voorzitter.
Secretaris,
Heffing op electrische energie.
Bijlage no. 214. Leeuwarden, 26 juli 1973-
Aan de Gemeenteraad.
Bij de \/et financiering ontwikkeling snelle kweekreactor wordt een
heffing opgelegd ter zake van de levering van electrische energie aan
verbruikers. De heffing bedraagt in het algemeen 5i° van de vergoeding waarover
de omzetbelasting wordt berekend en wordt door of namens het Ministerie van
Economische Zaken geheven van de bedrijven, die de electrische energie le
veren en/of diensten verlenen die met de levering van electrische energie
samenhangen
Zoals in de naam van de Wet reeds ligt besloten dient de heffing ter
financiering van een project tot ontwikkeling van een (met natrium gekoelde)
snelle kweekreactor. Het project wordt in samenwerking met de Bondsrepubliek
Duitsland, België en Luxemburg uitgevoerd en zal worden afgesloten met de
bouw en beproeving van een centrale in Kalkar, voorzien van een prototype
reactor. Blijkens de Memorie van Toelichting wordt verwacht, dat de bouw
omstreeks 1979 zal zijn voltooid. Met het oog op deze datum wordt van een
tijdelijke heffing gesproken, hoewel geen tijdstip bekend is genaakt waarop de
heffing wordt beëindigd.
Wel wordt de verwachting uitgesproken, dat het heffingspercentage in de
komende jaren enige verlaging kan ondergaan naarmate de bouw vordert. De
artikelen van de Wet die betrekking hebben op de heffing treden in werking
met ingang van de eerste kalendermaand na de datum van uitgifte van het
Staatsblad, waarin de Wet wordt geplaatst. Aangezien de Wet op 5 juni 1973
is uitgegeven treden de betreffende artikelen op 1 juli 1973 in werking.
Het is duidelijk, dat een heffing van 3^ voor de electriciteitsbedrijvsn
een belangrijke lastenverzwaring betekent. Het gemeentelijk electriciteits-
bedrijf zal blijkens de recentelijk aangepaste begroting voor 1973 reeds
in dit jaar een bedrag van rond 170.000,aan het egalisatiefonds moeten
onttrekken om de volgens de gebruikelijke normen berekende winst aan de ge
meente uit te keren. Wij achten het dan ook noodzakelijk de heffing aan
verbruikers door te berekenen. Naar onze mening zullen ook de andere
productie- en distributiebedrijven in Nederland deze gedragslijn volgen.
Dit is overigens ook de bedoeling van de wetgever en in verband hiermee
is in artikel 9 van de wet bepaald, dat bedingen in bestaande overeenkomsten,
die het opleggen van de heffing aan een verbruiker verhinderen, nietig zijn.
Voor verdere informatie verwijzen wij naar de ter inzage gelegde
stukken.
Indien IJ zich met ons voorstel kunt verenigen om de heffing aan de ver
bruikers door te berekenen dient artikel 11 van de "Bepalingen energielevering
1965" te worden aangepast. De heffing zal afzonderlijk op de nota's tot
uitdrukking worden gebracht.
Wij stellen U voor te besluiten overeenkomstig het hierbij gevoegde
ontwerp. De Commissie voor het Electriciteitsbedrijf kon niet worden gehoord.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. I-Ieetla l-Burgemeester
de Jong