-11 Zoals hiervoor onder "Algeneen" al is vermeld corresponderen de in de circulaire vermelde cijfers met het loonpeil omstreeks 1 juli 1973» Aangezien onze begroting is opgezet op basis van een door ons zo goed mogelijk becijferd (verondersteld) werkelijk loonpeil over 1974 hebben wij de gemeentefondsuitkering voor 1974 geraamd op basis van door extrapolatie verkregen "eigen" gegevens t.w. een bedrag per inwoner van 83,50 en een uitkeringspercentage van 355 Wat de nadelige werking van de geldende Financiële Verhoudingswet i960 ten aanzien van gemeenten met een dalend inwonertal betreft verwijzen wij naar hetgeen wij daaromtrent opmerken op blz. 9 en 10 van de aanbiedingsbrief bij de begroting 1973In de circulaire van 30 juli 1973 kondigt de Staatssecre taris van Binnenlandse Zaken aan, dat de verfijningoregeling ongewoon bevolkingsverloop voor gemeenten met een structureel dalend inwonertal zal worden verbeterd. Voor onze gemeente zal dit waarschijnlijk een financieel voordeel betekenen. Een aangekondigde nieuwe verfijningoregeling voor gemeenten die worden doorsneden door een zeer groot vaarwater zal ver moedelijk niet voor onze gemeente van toepassing zijn. Ook wat betreft de nadelige werking van de limiet van 21,- voor het uitkeringsonderdeel dat is gebaseerd op de kadastrale opbrengst der gebouwde eigendommen is onze mening nog dezelfde als die wij uitspraken op blz. 10 van de aanbiedingsbrief 1973- Als die limiet zou vervallen zou onze gemeente voor 1974 alG inkomst kannen ramen voor het desbetreffende onderdeel van de gemeentefondsuitkering 7-455.000, De limietbepaling beperkt de uitkering tot 85400 x 21,x 3.55 (uitk.perc.) 6.566.570, Nadeel t.g.v. de limietbepaling 1.008.430, De doeluitkeringen voor het onderwijs zijn geraamd op basis van de omstreeks juni 1973 bekende nieuwste (oude) gegevens met daarover heen een toeslag op grond van de veronderstelde loon- en prijsontwikkeling t/m 1974-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1973 | | pagina 374