- 12 -
4. Belasting terzake van onroerend goed.
De voorbereiding van deze belasting verloopt vrij moeizaam
Nadat tijdens de begrotingszitting 1973 was gebleken, dat het
maken van een keuze tussen de beide mogelijke heffingsgrondslagen
t.w. "oppervlakte" en "waarde in het economisch verkeer" toen
nog niet kon worden gemaakt, hebben wij ons hierover nader
georiënteerd
Vele andere gemeenten kampen met dezelfde moeilijkheden als
wij. Wel zijn in een aantal gemeenten de heffingsgrondslagen
gekozen, doch de praktijk in die gemeenten heeft uitgewezen
dat daarna de moeilijkheden eigenlijk eerst goed begonnen.
Bij het ontwerpen van de belastingverordeningen moest men n.l.
vaak "in de mist varen", met name doordat de door de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten in uitzicht gestelde model-verordening en-
lang op zich lieten wachten.
De model-verordening voor de grondslag "oppervlakte" is
zelfs nu nog niet verschenen.
Wij hebben inmiddels gegevens verzameld over enige honderden
percelen en werken deze thans verder uit, ten einde voor die
percelen zowel op basis van "oppervlakte" als op basis van
"economische waarde" tot heffingsgegevens te komen. Door
vergelijking kan dan worden geconstateerd of de op basis van de
grondslag "oppervlakte" verkregen gegevens (proefberekening
belastingaanslagen) onderling in voldoende mate gedifferentieerd
zijn, m.a.w. of zij als een afspiegeling van de conomische
waarde van die percelen mogen worden beschouwd. Is dit niet het
geval, dan wordt daardoor de grondslag "oppervlakte" minder
aantrekkelijk. Wij zullen de Commissie voer de Financiën op de
hoogte houden van de resultaten van dit ondersoek. Als het
onderzoek is afgesloten zullen wij de Baad opnieuw een voorstel
tot het doen van een keuze t.a.v. de te hanteren grondslag
doen. Wij hopen, dat wij in het najaar van 1975 het desbetreffende
raadsvoorstel kunnen doen uitgaan en dat ook nog in 1975
de desbetreffende belastingverordening kan worden vastgesteld.
De belasting zou dan met ingang van 1975 kunnen worden ingevoerd.