- 8 -
3ijlage 2 (vcrvolf
Cultuur; recreatie, ontwikkeling; ontspanning en jeugdwerk.
Het verschil van 1.324.000,is als volgt te specificeren:
Omschrijving
Cultuur
Sport en recreatie
Ontwikkeling en ont
spanning
Jeugdwerk
Sotaal
Begroting 1974
3.492.000,
4.469.000,—
686.000,—
361.000-,—
9.200.000,—
Heerjarenraming 1974
3.6OO.OOO,
5.310.000,—
079.000*
735.000.--
10.552.000,—
Verschil
100.000,-
049.000,-
193.000,.
174.000,-
1.324,000,-
loelichting
Cultuur
De verschillen in de sector Cultuur kunnen als volgt verklaard worden:
Ilusoum Frincossehof
In de begroting 1974 zijn hogere kosten geraamd voor tentoonstellingen
40.OOO,--). Voorts is i.t.t. de meerjarenramingen ongewijzigd beleid een
post voor beveiligingsapparatuur opgenomen. Ook de post onderhoud is in de
begroting hoger geraamd.
ilonumentei:
Do begroting 1974 voor deze post gaat uit van do veronderstelling dat voor
restauraties minder zal worden geïnvesteerd dan in de meerjarenramingen is
aangenomen. Dit heeft tot gevolg gehad dat de begroting 1974 f 100.000,
lager is dan de meerjarenraming.
Stichting Culturele Centra
In de ramingen is i.t.t. de begroting 1974 rekening gehouden met het in aan
vang nemen van de verbouw van de Beurs. Daardoor zijn de kapitaalslasten in
de begroting lager. Daarentegen is het exploitatietekort van do Harmonie
in de begroting bijna 200.000,hoger geraamd. De oorzaak hiervan ligt in
hogere geraamde personeelslasten dan in de meerjarenramingen was veronder
steld terwijl de exploitatieresultaten volgens moer recente gegevens ongun
stiger sullen zijn dan in de meerjarenramingen was aangenomen.
Overige culturele activiteiten
De begroting voor'deze subfunctie is 130.000,lager dan do meerjaren
raming. Dit kan als volgt verklaard worden: Bij de begroting is een andere
(engere) interpretatie van het begrip ongewijzigd beleid gevolgd dan bij de
meerjarenramingen. Op grond van ervaringscijfers is in de meerjarenramingen
aangenomen dat de kosten van de gesubsidieerde instellingen (Hoorder Compag
nie, Fryok Orkest, Forum etc.) niet alleen t.g.v. loon- en prijsstijgingen
toenemen, doch ook autonoom zullen groeien. In de begroting is hier in
mindere mate rekening mee gehouden.