18 - Bijlage 5 (vervolg) Toelichting. De stijging van het begrotingstekort van ruim 7*100.000,-- voor 1973 tot ruim 10.600.000,voor 1974 worden toegeschreven aan de na volgende factoren; 1. het niet geheel dekken van de financiële gevolgen van de in 1974 le verwachten algemene loonronden, waaronder begrepen de stijging van de loongevoelige uitgaven in de subsidie- en in de bijstandssector, door uitkeringen van het rijk en door andere inkomsten van de gemeente; 2. het slechts gedeeltelijk dekken door uitkeringen van het rijk en andere inkomsten van de gemeente van de autonome (onafwendbare) of noodzakelijk geachte uitzettingen van het budget. Als autonome uitzettingen worden genoemdj a. het in exploitatie nemen van de vuilverbrandingsinstallatie; b. het in exploitatie nemen van gedeelten van de C-roene Ster; c. de uitbreiding van de bebouwing; d. de vervanging van bedrijfsmiddelen in diverse onderdelen van de gemeentehuishouding; e. de in 1974 te houden verkiezingen voor de leden van de gemeente raad en van de leden van de provinciale staten; f. het dekken van de rekeningstekorten van vorige dienstjaren. Als noodzakelijkogeachte uitzettingen worden genoemd; a. de personeelsuitbreiding in de diverse sectoren van de gemeentehuishouding (gemeente-secretarieparkeerwachter, schooladviesdienst) d. het uitvoeren van onrendabele werken. 3. de terugloop van winstuitkering van de N.V. Prigas Opgemerkt wordt nog, dat de eigen inkomsten met een bedrag van 1.005.000,kunnen c.c. moeten worden opgevoerd, welk bedrag t.z.t. in mindering komt op het geraamde tekort.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1973 | | pagina 451