Map SK&S&H
-2-
d. de maximale bovengrens voor de huurprijs bij de doorstroming wordt van
525>per maand op 350,per maand gebracht;
e. bij de koop of bouw van een eigen woning wordt voortaan, bij de beoorde
ling of belanghebbende in aanmerking komt voor een doorstromingsbijdrage,
als huurwaarde Qc/j van de verwervingskosten aangehouden in plaats van 10^
en verder eventueel verminderd met een toegekende eerste jaarlijkse bij
drage bij een gesubsidieerde eigen woning;
f. geen krotontruimingsbijdrage wordt toegekend als de in gebruik te nemen
woning naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet meer aan re
delijke eisen van bewoonbaarheid voldoet;
g. geen doorstromingsbijdrage wordt toegekend als de ontruimde woning naar
het oordeel van burgemeester en wethouders niet meer aan redelijke eisen
van bewoonbaarheid voldoet;
h. de bijdrage ad 500,voor de tegemoetkoming aan huurders van gemeente
woningen wordt in voorkomende gevallen opgetrokken naar 1750,j
i. huurders van gemeentewoningen "onder bijzonder contract" kwamen tot nu
toe voor de bijdrage ad 500,niet in aanmerking. Deze bepaling wordt
afgezwakt, door in de regeling op te nemen, dat wanneer dit "bijzonder
contract" langer dan vijf jaar heeft geduurd, wel een bijdrage kan worden
verleend;
j. geen subsidie wordt verleend als in een tijdvak van 3 jaar, voorafgaande
aan de aanvraag, al eerder een subsidie terzake van doorstroming, krot
ontruiming en/of terzake van woningverbetering is verleend;
k. voorgesteld v/ordt de nieuwe regeling op 1 april 1973 in te doen gaan;
deze datum wijkt af van de bereidheid van de minister om de bijdragen per
1 januari 1373 "be herzien. Terugwerkende kracht tot 1 januari 1973 zou
betekenen dat al de sedertdien toegekende bijdragen zouden moeten worden
herzien; gelet op het feit, dat tegenover belanghebbenden in dit opzicht
generlei toezeggingen zijn gedaan, gaat ons een dergelijke maatregel te
ver.
Aangaande de financiële consequenties van de voorgestelde wijzigingen
delen wij het volgende mede. Volgens de begroting 1973 (volgno. 192/1
uitgaven hoofdstuk V gewone dienst) is geraamd aan uit te keren bijdragen
695.OOO,—
nl. voor krotontruiming 195«000,
voor doorstroming 500.000,
de rijksbijdrage bedraagt 80^.
bij wijziging zouden deze bedragen worden
voor krotontruiming 219.375,
voor doorstroming etc. 575.000,
meer derhalve voor rekening van de gemeente 20^o van 794.375,minus
695,C00,is 19.875,aangezien er geen middelen zijn om dit be
drag te dekken zal het geraamde tekort in de ontwerpbegroting voor 1973 mei
dit bedrag moeten worden verhoogd.
Ondanks deze grotere financiële last voor de gemeente hebben wij in het
voorgaande als ons oordeel uitgesproken, dat onze gemeente zich bij de van
rijkswege terzake gestelde normen-dient aan te sluiten. Wij stellen U dan
ook voor te beslissen overeenkomstig het hierbijgaande ontwerp besluit.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden.
J.S. Brandsma Burgemeester,
de Jong Secretaris.
w KJ uD w>*>
Nr. 4958.
DE RAAT) DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 12 april
1973 (bijlage nr. 113);
gelet op artikel 67 van de Woningwet en op de artikelen 30, 31, 35,
34, en 41 van het Besluit Geldelijke steun volkshuisvesting;
BESLUIT
I. in te .trekken de Verordening tegemoetkoming huurders gemeentewo-
woningen, vastgesteld bij zijn besluit van 12 decem
ber 1962;
II. in te trekken s de Regeling geldelijke steun krotontruiming en door
stroming 1972, vastgesteld bij zijn besluit van
20 maart 1972;
III. vast te stellen de volgende regeling:
Regeling geldelijke steun krotontruiming en doorstroming 1973»
Hoofdstuk I.
Ontruiming van krotten en andere woonruimten.
Artikel 1
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. krot een woning, die ongeschikt is ter
bewoning en waarvan de gebreken niet
door het treffen van lonende voor
zieningen kunnen worden weggenomen;
b. bewoner de hoofdbewoner van het krot of
andere woonruimte;
c. stedebouwkundige maatregel een bestemmingsplan, als bedoeld in
artikel 10 van de Wet op de Ruimte
lijke Ordening; bijzondere voor
schriften, bouwverboden en plannen
van uitbreiding, als bedoeld in ar
tikel 10 van de Overgangswet Ruimte
lijke Ordening.
Artikel 2.
1De bewoner van een krot kan, onder de voorwaarden in deze regeling
genoemd, in aanmerking komen voor een bijdrage ter tegemoetkoming
in de kosten, die voortvloeien uit het ontruimen van een krot en
uit het bewonen van de na ontruiming van het krot in gebruik ge
nomen andere woonruimte.
2. Het in het eerste lid bepaalde vindt overeenkomstige toepassing
voor woningen, alsmede voor andere bewoonde ruimten, geen wonin
gen zijnde, voorzover deze door de Minister van Volkshuisvesting
en Ruimtelijke Ordening in aanmerking worden genomen voor de toe--
passing van de Beschikking Geldelijke steun krotontruiming en
doorstroming dd. 23 december 1969, nr. 1215405.
