Advies van de Commissie van advies inzake beroepschriften ingevolge
de Bouwverordening, betreffende een door de heer B. Postma ingediend
beroepschrift tegen weigering van een bouwvergunning.
Bijlage no. 116. Leeuwarden, 12 april 1973»
Aan de gemeenteraad.
De heer B. Pcstma, Dokkumertrekweg 23, Leeuwarden, heeft bij brief
van 24 november 1972 beroep bij de Gemeenteraad ingesteld tegen het
besluit van Burgemeester en Wethouders, d.d. 14 november 1972, no. B269/72,
waarbij de door hem gevraagde vergunning voor de bouw van een houten
toonzaal op het perceel Mr. P.J. Troelstraweg 149? is geweigerd.
Overeenkomstig artikel 390, lid 2, van de Bouwverordening heeft het
college van Burgemeester en Wethouders dit beroepschrift - vergezeld van
haar advies - bij brief van 4 januari 1973 in handen gesteld van onze
c ommi s s i e
Zowel appellant als Burgemeester en Wethouders is/zijn omtrent het in
gestelde beroep gehoord.
Mede op verzoek van de commissie heeft het college betreffende deze
kwestie een nadere nota aan de commissie uitgebracht.
De beslissing op bet beroepschrift is door de Gemeenteraad bij besluit
van 19 februari 1973? no1574? verdaagd tot uiterlijk 27 april 1973-
De commissie heeft geconstateerd dat het beroepschrift tijdig is
ingediend, namelijk - overeenkomstig artikel 51 van de Woningwet - binnen
een maand, nadat het afschrift van het weigeringsbesluit is verzonden.
Appellant dient derhalve in zijn beroep te worden ontvangen.
Het bouwplan, waarvoor vergunning is aangevraagd voorziet in de bouw
van een houten toonzaal, lengte en breedte respectievelijk 15 en 19 m,
goothoogte plm. 2.50 m, op het zuidelijke deel van het erf van de voor
malige boerderij Mr. P.J. Troelstraweg 149-
Appellant voert terplaatse een bedrijf voor de handel en opslag van af
braakmaterialen en de verkoop van hout- en bouwmaterialen, waaronder
tevens keukeninterieuren.
Burgemeester en Wethouders hebben de bouwvergunning geweigerd
wegens strijd met het geldende bestemmingsplan "De Magere Weide".
De loods is gesitueerd op grond, waaraan de bestemming "openbaar groen"
is gegeven.
Appellant voert in beroep aan, dat in verband met de snelle groei van
zijn bedrijf noodzakelijk behoefte is ontstaan aan meer overdekte ruimte;
dat hij daarin wil voorzien door de bouw van een tijdelijke toonzaal,
voor eigen rekening af te breken, wanneer het bestemmingsplan "De Magere
Weide" in uitvoering wordt genomen; dat door de bouw van de toonzaal
een uit een oogpunt van welstand fraaier aanzicht aan het terrein zal
worden verkregen en dat gezien de in het bouwwerk op te nemen kantoorruimte
het bestaande bouwvallige - achter de boerderij staande - kantoor zal
kunnen worden gesloopt. Op grond hiervan verzoekt appellant de gemeenteraad
hem een tijdelijke vergunning te verlenen totdat met de realisering van
het meergenoemde bestemmingsplan een aanvang wordt gemaakt.
Ten aanzien van het in beroep aangevoerde merkt de commissie het
volgende op.
In eerste instantie heeft appellant een normale bouwvergunning - m.a.w.
geen tijdelijke - aangevraagd. De vergunning moest, ingevolge artikel 48?
1e lid sub b, van de Woningwet, door Burgemeester en Wethouders worden
geweigerd, omdat het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan "De
Magere Weide". 'Deze - naar de mening van de commissie - juiste weigerings-
grond is in het beroepschrift niet aangevochten.