12 -
Jeugdwerk (volgno. 546).
Stichting Centraal Orgaan Leeuwarden.
Verschillende jeugdwerkinstellingen in Leeuwarden hebben in de loon
van het seizoen 1972/1973 bij het uitvoeren van hun activiteiten hinder"
ondervonden van het optreden en de houding van een aantal jongeren, liet
name de jeugdcentra "Ruiterskwartieren "Het Vliet" kunnen in dit
verband worden genoemd.
De Raad voor Jeugdaangelegenheden heeft zich tezamen net de leiding dor
jeugdcentra over deze problematiek beraden. Als resultaat van dit beraad
heeft de Stichting Centraal Orgaan Leeuwarden een subsidie-aanvraag
ingediend bij het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk
Werk en de gemeente voor een experimenteel project, dat tot doel heeft
door middel van een daartoe aan te stellen beroepskracht (een z.g.
streetcornerworkerde genoemde categorie jongeren op te vangen en te
begeleiden. Het C.O.L. heeft deze aanvraag gebaseerd op de Rijkssubsidie
regeling Samenlevingsopbouw. De subsidiabele lasten van di.t project bedragen
op jaarbasis rond 57000,waarvoor een rijkssubsidie van 54-000,
en een gemeentelijk subsidie van 23.000,wordt gevraagd.
Hoewel wij alle begrip hebben voor de door de Raad voor Jeugdaangelegenheden
en het C.O.L. voorgestelde oplossing in het kader van dëRijkssubsidie
regeling Samenlevingsopbouw geven wij er echter de voorkeur aan deze pro
blematiek te benaderen vanuit de mogelijkheden, welke de Rijkssubsidie
regeling Jeugd- en Jongerenwerk ons in dit opzicht biedt. Wij denken hier
bij bijv. aan de aanstelling van een al of niet ambulante functionaris
bij één der .geprofessionaliseerde jeugdwerkinstellingen, die in coördinatie
met de andere jeugdwerkinstellingen en instellingen van maatschappelijke
'dienstverlening zich speciaal met deze problematiek zal bezighouden.
In de nadere uitwerking van dit idee dient tevens rekening te worden ge
houden met de omstandigheid dat het jeugdwerk op dit moment nog niet
optimaal kan functioneren, omdat:
a. het gebouw aan de Voorstreek (de Stins) sinds 1 februari 1972
gesloten is;.
b. de Stichting Katholieke Centrale voor Haatschappelijk Werk, sectie
jeugdzorg, de bovenverdieping van haar huidige gebouw aan het Vliet
wegens onvoldoende brandveiligheid niet mag gebruiken;
c. de Stichting Hippopotamus TJnltd. nog niet met haar activiteiten heeft
kunnen beginnen.
Resumerend stellen wij TJ voor het verzoek van de Stichting Centraal
Orgaan Leeuwarden om bovenstaande redenen af te wijzen en in samenwerking
met de genoemde instellingen een oplossing in het kader van de Rijks
subsidieregeling Jeugd- en jongerenwerk nader te onderzooken.
Stichting Ruiterskwartier (3e beroep
icht)
Bij het hiervoor genoemde subsidieverzoek van het C.O.L. voor een
zgn. streetcornerworker is al gememoreerd dat het jeugdcentrum Ruiters
kwartier diverse moeilijkheden heeft ondervonden. Mede door een wisseling
van één der beide beroepskrachten kan thans echter geconstateerd worden
dat in de situatie rondom dit centrum enige verbetering
owgetreden.
Deze gunstige ontwikkeling brengt voorts met zich nee dat verschillende
vrijwillige medewerkers weer bereid gevonden worden hun voor een jeugd
centrum onmisbare medewerking te verlenen.
Om echter deze tendens te waarborgen en omdat de capaciteit van het
gebouw het toelaat aktiviteiten verder uit te breiden heeft het bestuur
van de Stichting Ruiterskwartier een verzoek ingediend bij het Ministerie
van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk en de gemeente voor het
aantrekken van een derde beroepskracht. liet hiervoor benodigde gemeentelijk
subsidie bedraagt 11.040,berekend naar 47/ van de subsidiabele
personeelslasten. Mits genoemd ministerie deze derde beroepskracht subsidi
abel verklaart kan van het gemeentelijk subsidie 30'/ worden terugontvangen
via een uitkering uit het gemeentefonds
Èl ixwJE K ws>L*vf VS 1
- 13 -
De Raad voor Jeugdaangelegenheden heeft over deze aanvraag nog niet
kunnen adviseren. i
Zoals meegedeeld is bij de behandeling van het subsidieverzoek van het
C.O.L. zal een ondersoek worden ingesteld naar een oplossing van de
moeilijkheden, die de diverse jeugdwerkinstellingen ondervinden van
een aantal jongeren. Verwacht mag worden dat bij een adequate oplossing
van dit probleem het jeugdcentrum Ruiterskwartier zich beter kan ont
wikkelen. In verband hiermee zijn wij van mening dat twee beroepskrachten
voor genoemd jeugdcentrum vooralsnog voldoende geacht kunnen worden.
Wij stellen U voor het verzoek tot aanstelling van een derde beroepskracht
van de Stichting Ruiterskwartier thans af te wijzen.
Stichting Ruiterskwartier en Stichting Sociaal Cultureel Werk
voor de Jeugd (administratieve kracht).
Beide stichtingen hebben afzonderlijk een verzoek ingediend de
administratieve werkzaamheden, welke thans nog voornamelijk door de
penningmeester worden verricht, op part-time-basis te laten verrichten
door een administratieve kracht.
De thans voor halve dagen in dienst van de Stichting; nuiterskwaruier
zijnde beheerder/administrateur kan dan in volledig dienstverband worden
aangesteld. Het beheer van het jeugdcentrum neemt namelijk meer tijd in
beslag dan aanvankelijk was voorzien, waardoor te weinig tijd beschik
baar is voor de administratieve taak. Bij inwilliging van het verzoen
moet het subsidie 1973 voor de Stichting Ruiterskwartier met 4.766,--,
zijnde 47/ van de subsidiabele personeelslasten, worden verhoogd.
Ter ontlasting van de werkzaamheden van de penningmeester en vooj. neu
verrichten van diverse kantoorwerkzaanheden (bijv. type- en stencilwerk)
heeft de Stichting Sociaal Cultureel Werk voor de Jeugd verzocht een
■parttime administratieve kracht in dienst te mogen nemen.
Het hiervoor benodigd gemeentelijk subsidie wordt geraamd op J.64O,
De situatie, waarin de genoemde stichtingen met betrekking tot het
voeren van hun administratie verkoren, geldt echter voor neer gesubsi
dieerde instellingen. V/ij achten deze situatie onbevredigend.
De Raad voor Jeugdaangelegenheden heeft naar aanleiding van het verzoek
van de Stichting Sociaal Cultureel Werk voor de Jeugd als zijn voorkeur
uitgesproken de betreffende administratieve werkzaamheden centraal »o
regelen en adviseerde derhalve het subsidieverzoek van de scichcing af
te wijzen.
In verband met het feit dat meerdere gesubsidieerde instellingen moeilijk
heden ondervinden met vooral dc zwaardere administratieve werkzaamheden
onderzoeken wij thans de mogelijkheid of door middel van een gecoördi
neerde aanpak een oplossing voor de diverse instellingen gevonden kan
worden. In afwachting van het resultaat van dit onderzoek stellen wij TJ
voor de desbetreffende verzoeken van de Stichting Ruiterskwartier en de
Stichting Sociaal Cultureel Werk voor de Jeugd af te wijzen.
Tenslotte delen wij TJ mee, dat wij de onder dit volgnummer (110. 546)
opgenomen voorstellen doen na uitvoerig overleg met xunctionarissen
van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk,