WINKELS EN MARKTEN
20. In de analyse "parkeerbehoefte"
van het rapport van het I.B.V.
wordt gesteld, dat er 2.257 ar~
beidsplaatsen in winkels, enz. zijn,
In de prognose is er zelfs sprake
van 5.325 arbeidsplaatsen in de
zelfde branches.
De vraag naar aanleiding van deze
cijfers iss is het wel juist om
uit te gaan van een vergroting of
intensivering van het winkelare
aal?
(Buising)
21Is het niet de taak van het gemeen
tebestuur om duidelijk te zeggens
wij staan op het standpunt, dat wij
de winkelfunctie in een bepaald
gebied moeten concentreren? Dat
hoeft niet te betekenen, dat alles
in een ander gebied verboden moet
v/orden. Maar toch zou naar een
concentratie gestreefd moeten worden.
Is het dan niet wenselijk om in
het randgebied - ik denk aan het
gebied rond de spoorlijn - mogelijk
heden te scheppen, zodat winkel
functies, wanneer die erbij komen,
zich daar kunnen vestigen?
Ik denk aan concentratie van de
winkelfunctie in het zuidelijk deel
van de stad en aan het scheppen van
de mogelijkheid om aan het eind van
de Schrans, aan het eind van de
Oostergoweg of op het terrein van
Leeuwarden-laag de druk als die
zich voordoet, op te vangen. Maar
dot betekent automatisch, dat je
voor de versmalde banaan kiest.
Ik ben b;ang, dat, wanneer vrij niet
bereid zijn om tegen de binnenstad
aan mogelijkheden te geven voor
showrooms en winkelbedrijven, wij
geconfronteerd zullen worden met
concentraties van winkels in de
randdorpen en daardoor meewerken
aan functieverlies van onze stad.
(lïijpma)
22. Vindt U niet, dat het al of niet
instellen van een koopavond een
kwestie is, die de middenstand
zelf moet uitmaken?
Het is een illusie. De middenstand
- dat is in het verleden al enkele
malen gebleken - wijst de koopavond
af vanwege de hogere lasten die dit
voor de middenstand meebrengt.
(Eygelaar)
20. De genoemde cijfers zijn niet met
elkaar te vergelijken, omdat zij niet
op hetzelfde gebied betrekking hebben.
Het getal van 2.257 sloeg op een
kerngebied? dat van J325 op de bin
nenstad inclusief Stationskwartier.
Er is bij de prognose wel sprake van
meer arbeidsplaatsen, al is dit ver
schil niet zo groot als de verge
lijking suggereert. Wij hebben hier
bij niet gedacht aan een groter
winkelareaal doch wel aan intensi
vering.
21Ook wij zien het ontstaan van winkel
concentraties in randdorpen als een
aanslag op de functie van het hoofd
winkelcentrum van Leeuwarden.
De gedachte die ontwikkelt om
dit te voorkomen, ontmoet bij ons
echter veel reserves, omdat de
verplaatsing van de winkelconcen
tratie naar liet zuiden - zoals U
zelf trouwens al aangeeft - een
versnelde teruggang van winkels el
ders in de binnenstad zou kunnen
teweegbrengen. Winst aan de ene kant,
die onmiddellijk verlies aan de andere
zijde oplevert, is niet aantrekke
lijk. Om dezelfde roden staan wij
zeer aarzelend tegenover nieuwbouw
van winkels achter de Mercuriusfon-
tein. Zolang de tendens niet wijst
op een sterke behoefte aan vergro
ting van hot winkelareaal in het
hoofdwinkelcentrum, zullen wij zeer
voorzichtig moeten zijn met het
stimuleren van ontwikkelingen in
deze richting.
(Zie voorts ons antwoord op vraag 14)-
22. Het is juist, dat dit in de eerste
plaats een zaak is, die de middenstand
aangaat. Het college meent echter
nog steeds, dat een koopavond de
levendigheid en aantrekkelijkheid van
de binnenstad zal bevorderen.