-2- Verschuldigdheid/betaling Artikel 6. De rechten worden verschuldigd op het tijdstip dat toegang tot de Beurs wordt gevraagd of de toewijzing van de vaste plaats of de nis heeft plaats gehad. Artikel 7» De rechten moeten bij vooruitbetaling worden voldaan, op de wijze door Burgemeester en Wethouders te bepalen. Machtiging tot overdracht van bevoegdheden. Artikel 8. Burgemeester en Wethouders kunnen een of meer gemeenteambtenaren aanwijzen, die in hun plaats treden met betrekking tot de uitvoering van enig wettelijke bepaling betreffende de heffing en invordering van de belasting. Overdracht van bevoegdheden tot het verlenen van afschrijving en uitstel van betaling. Artikel 9- 1. de Controleur der Gemeentebelastingen is bevoegd de belasting geheel of gedeeltelijk af te schrijven, indien de belastingschuldige niet in staat is anders dan met buitengewoon bezwaar de belasting of de volle belasting te betalen. 2. De Administrateur van het Markt-, Haven- en Slachthuisbedrijf is bevoegd uitstel van betaling te verlenen. 5. Voor de berekening van de interest als bedoeld in artikel 17, tweede lid van de wet van 22 mei 1845, Stb. 221, vinden de krachtens het tweede lid van dat artikel gegeven maatregelen inzake rijksbelastin gen overeenkomstige toepassing. Slotbepaling. Artikel 10. 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1974- 2. Op dit tijdstip vervalt de Verordening op de heffing van rechten voor de Beurs, vastgesteld bij raadsbesluit van 29 november 1966, no. 17555, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 27 december 1966, no. 5. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Het voeren van verweer in het rechtsgeding, aangespannen door de heer Sjde Vries contra de gemeente Leeuwarden. Bijlage no. 277 Leeuwarden, 27 september 1973* Aan de Gemeenteraad. De Gemeente Leeuwarden is op 4 september 1975, ten verzoeke van de heer Sjde Vries gedagvaard om op donderdag 13 september daaropvolgend vertegenwoordigd door een procureur te verschijnen ter terechtzitting van de arrondissementsrechtbank te Leeuwarden inzake openbaarmaking van het portret van Mr. A.A.M. van der Meulen. Ingevolge artikel 177 van de Gemeentewet zal Uw Raad moeten beoordelen en beslissen of vanwege de gemeente verweer zal worden gevoerd. De heer Sjde Vries vordert o.a. dat bij vonnis voor recht wordt verklaard, dat de gemeente de rechtsplicht heeft binnen de grenzen der redelijkheid aan hem haar medewerking te verlenen tot openbaarmaking en verveelvoudiging van het door hem vervaardigde portret van Mr. A.A.M. van der Meulen» De onderhavige kwestie is reeds in ander verband in Uw vergadering van 12 maart 1975 aan de orde geweest. Omdat sindsdien de omstandigheden niet zijn gewijzigd achten wij gronden voor verweer aanwezig» Onder verwijzing naar de voor U ter inzage gelegde stukken, geven wij U in overweging te besluiten tot het voeren van verweer door vast stelling van het hierbijgaande concept-besluit. Wij delen U nog mede, dat wij de nodige maatregelen hebben getrof fen ter voorkoming van verlies van rechten van de gemeente. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma. Burgemeester. de Jong Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1973 | | pagina 164