-2-
a. voor elke maand of gedeelte daarvan per kg 0,06
met een minimum van 5,
b. voor een kalenderkwartaal of gedeelte daarvan,
per m2 vloeroppervlakte 62,50
Artikel VIII.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1974.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Deelname door andere gemeenten aan de vuilverbranding
Bijlage no. 299 Leeuwarden, 18 oktober 1 973-
Aan
de Gemeenteraad.
De bouw van de vuilverbrandingsinstallatie aan de Greunsweg
zal aan het begin van 1974 zover zijn gevorderd, dat met het droog
stoken kan worden begonnen. Het proefbedrijf kan dan medio januari 1974
worden aangevangen en een maand latei is de installatie gereed om in
bedrijf te worden gesteld.
Het is U bekend, dat wij met dé omringende gemee-ntefn övé'rleg hebben
gevoerd om hun vuil in deze installatie te doen verbranden. De gemeen
ten Baarderadeel en Menaldumadeel hebben reeds meegedeeld van de
vuilverbrandingsinstallatie gebruik te willen maken en wij hebben goede
hoop, dat na korte of lange tijd meer gemeenten zich daarbij zullen
aansluiten.
In de aanbiedingsbrief bij de begroting voor 1974 hebben wij
onder het hoofd "Dienst voor Reiniging en Brandweer" (pagina 51mee
gedeeld, dat de installatie in 1974 nog onderbezet zal zijn. Bij
de informatie aan andere gemeenten is in vorige jaren er van uitge
gaan, dat het aanbod van huisvuil op het tijdstip waarop de verbran
dingsinstallatie in gebruik kan worden genomen zozeer zou zijn toege
nomen, dat practisch direct de maximale capaciteit van de installatie
zou worden bereikt.
Aangezien het tijdstip van gereedkomen van de installatie nadert
zal onze gemeente op korte termijn een definitief aanbod moeten doen
aan de gemeenten die het vuil in Leeuwarden willen doen verbranden. In
een één dezer dagen belegde bijeenkomst hebben wij ons tegenover die
gemeenten bereid verklaard aan Uw Raad voor te stellen de prijs aan
te houden die wordt verkregen bij een installatie die op zijn normale
volle capaciteit werkt. In dit geval is dat een capaciteit van
60.000 ton per jaar, waarbij naar de huidige gegevens een prijs hoort
van 33,25 per ton. Deze prijs zal, tot het tijdstip waarop de hoe
veelheid te verbranden vuil zodanig is toegenomen dat een derde oven-
eenheid moet worden gebouwd, jaarlijks worden aangepast in verband met
wijzigingen in loon- en prijspeil. Nadat de derde oveneenheid in wer
king is gesteld zal de verbrandingsprijs in principe voor elke gemeen
te gelijk zijn. Wij hebben de indruk, dat dit aanbod voor de andere
gemeenten acceptabel is.
Ten aanzien van de financiële consequenties voor onze gemeente
merken wij op, dat een groot deel van het kostenpalcket van de vuil
verbranding uit vaste kosten bestaat. In de prijs van 33,25 per
ton bij volle capaciteit zijn uiteraard de vaste kosten, voor
1/60.000 van het totaal, begrepen. Deelname door andere gemeenten
in de vuilverbranding leidt dus tot verlaging van het voor onze ge
meente blijvende aandeel in de vaste kosten. Wij menen dan ook, dat
het hierboven omschreven aanbod voor alle participanten aantrekkelijk
is
In de ontwerp-begroting voor 1974 is vooralsnog rekening gehou
den met een uniforme prijs per ton voor iedere gemeente. Door voor de
hoeveelheid vuil die in de ontwerp-begroting voor andere gemeenten
is opgenomen een lagere prijs aan te houden wordt het aandeel in
de kosten voor onze gemeente in eerste instantie iets groter dan in
de begroting is vermeld.