- 10 -
AFIIE LING II.
DIENST STADSONTWIKKELING.
a. Wilt IJ de Commissie Openbare Werken
en de Commissie Woningbedrijf
inschakelen bij het zoeken naar
mogelijkheden om de capaciteit bij
het dienstonderdeel Stedebouw/
Bouwkunde en bij de onderhouds-
afdelingen zo goed mogelijk te
laten benutten?
b. Kunnen ambtenaren van de Dienst
Stadsontwikkeling niet worden
ingeschakeld bij het enorme voor
werk dat verricht moet worden om
de belasting op onroerend goed
te kunnen realiseren?
Nu het blijkbaar in de bedoeling ligt
zo weinig mogelijk gebouwen door de
eigen dienst te laten ontwerpen (de
laatste jaren zijn vrijwel alle
nieuwe gemeente-gebouwen onder
architectuur van particuliere archi
tecten gebouwd) zal de bouwkundige
afdeling van de Dienst Stadsontwikke
ling gereorganiseerd moeten worden.
Kan dit gebeuren door overplaatsing,
pensionering, wachtgeld? Hoe is de
samenstelling in leeftijd van het
personeelsbestand.
Op welke wijze wordt het overleg met
betrokkenen gevoerd?
Nu de hoofddirecteur Stadsontwikke
ling benoemd is, kunnen B. en W. de
Raad misschien een beeld geven van de
toekomstige omvang van de afdeling
V.O.W. De op de afdeling ingedeelde
personeelsleden moeten zo snel
mogelijk zekerheid hebben over hun
positie.
Wij menen, dat de capaciteit van de
genoemde dienstonderdelen, zoals mag
worden verwacht en zoals ook gebruike
lijk is, steeds zo goed mogelijk
wordt benut. Onzerzijds is er dan ook
thans geen aanleiding daarover de
betreffende commissies advies te vragen.
Bij de uitvoering van de werkzaamheden
ter voorbereiding van de heffing van
de belasting op onroerend goed zijn
momenteel reeds een aantal ambtenaren
van de afdeling Bouwkunde van de D.S.O.
en van het Grondbedrijf van de D.S.O.
ingeschakeld.
De veronderstelling van de vraag
steller, dat de laatste jaren vrijwel
alle nieuwe gebouwen onder archi
tectuur van particuliere architecten
zijn gebouwd, is niet juist. De
bouwkundige afdeling van de D.S.O. met
een personeelsbestand van 14 man voorziet
tot dusverre in een behoefte.
Zo nu en dan baart de werkvoorziening
van deze afdeling inderdaad zorg, maar
een oplossing daarvoor werd tot nu toe
gevonden door de betrokkenen in voor
komende gevallen tijdelijk op andere
afdelingen van de Dienst in te
schakelen.
Er zal geen principiële wijziging
komen in de taken, welke aan de
afdeling V.O.W. van de secretarie
zijn opgedragen.
Dit in aanmerking nemend zijn even
tuele aanpassingen op onderdelen
momenteel in behandeling in het
kader van het ingestelde onderzoek
door het Bureau Twijnstra en Gudde.