Ik
- 28 -
U schrijft op bldz. 8 van bijlage 2
in de aanbiedingsbrief, dat de begroting
1974 voor de monumenten uitgaat van
de veronderstelling, dat voor
restauraties minder zal worden geïn
vesteerd dan in de meerjarenplanning
is aangenomen,
U noemt een bedrag van 180,000,
Er wordt toch uitgegaan van een
ongewijzigd beleid! Er valt veel te
restaureren. Welke reden is er dan
om minder te investeren in deze sector?
Indien van particuliere zijde niet
voldoende subsidie-aanvragen komen
voor besteding van bedoelde
180.000,behoort de Gemeente dan
zelf niet met plannen te komen?
In de aanbiedingsbrief staat niets
vermeld dat in deze richting wijst.
Hier wordt gedoeld op het aantal
omvangrijke en kostbare restauraties
dat belangrijk in aantal zal afnemen.
Wij hebben hier het oog op objecten
als PapingastinsPrincessehof
Waag, Boshuisen-Gasthuis en in zekere
zin ook de Oldehove en Grote Kerk,
welke laatste twee objecten in het
kader van het scheppen van werkge
legenheid in uitvoering zijn en als
zodanig ook worden gesubsidieerd.
Ons beleid blijft ongewijzigd, doch
wij hebben de hoop, dat vanaf nu het
accent meer kan worden gelegd op de
restauratie van de kleinere objecten
van geschiedenis en kunst. Ter
verwezenlijking van dit streven
hebben wij de rijksdienst voor de monu
mentenzorg onlangs gevraagd het
speciaal voor kleinere restauraties
voor Leeuwarden gereserveerde fonds
te verhogen.
Haast activiteiten van de Gemeente
op het gebied van restaureren, die
wij met kracht zullen bevorderen,
hopen wij natuurlijk, dat ook
particulieren, meer dan voorheen,
tot restauratie van monumenten
zullen besluiten.
Vindt IJ niet, dat in een stad, waar
zoveel waardevolle monumenten zijn
en de oude stadsstructuur zo belang
rijk is, de Commissie Monumentenzorg
een commissie van advies en bijstand
van B. en W. zou moeten zijn?
Be Commissie Monumentenzorg is thans
een ambtelijke commissie. Er aan toe
gevoegd zijn twee raadsleden. Ook de
voorzitter van de Welstandscommissie
maakt deel uit van deze commissie.
Eén lid is geen ambtenaar maar ver
richt wel diensten t.b.v. de Gemeente.
Zou het niet mogelijk zijn deze
commissie o.m. zo te herstructureren,
dat ook geïnteresseerde burgers hierin
een inbreng kunnen leveren?
Be Commissie Monumentenzorg, die aan
vankelijk inderdaad een ambtelijke
commissie was, is sinds oktober 1970
een commissie van advies voor ons
College.
Hoewel de commissie reeds zo veel
mogelijk rekening houdt met opmer
kingen en suggesties, die haar
vanuit de burgerij bereiken, ontmoet
het onzerzijds geen bezwaar, dat de
mogelijkheid wordt geopend de com
missie met één of twee geïnteres
seerde burgers uit te breiden.