mra - 64 12. Indien er aanwijzingen zijn dat be doelde relaties bestaan, zou het dan geen aanbeveling verdienen een nader onderzoek hiernaar in te stellen en na te gaan welke eventuele belangen hierin meespelen? Voor het antwoord op deze vraag ver wijzen v/ij naar ons antwoord op de vragen 10 en 11. Is het voorts niet wenselijk met het oog op de onafhankelijke positie van de Gemeente en de broodnodige verscheidenheid van ideeën in onze nieuwe wijken, te bevorderen dat bedoelde opdrachten meer gespreid worden? De onafhankelijke positie van de Ge meente is naar onze mening hier niet in het geding. In tegenstelling tot de vra gensteller zijn v/ij voorts van oordeel, dat de laatste tijd meer verscheidenheid tot stand wordt gebracht, dan vroeger v/el het geval is geweest. 14» 'Uitgaande van het feit, dat betaal bare woningen voor de minst draag- krachtigen moeilijk te realiseren zijn, is het teleurstellend dat enkele corporaties hebben besloten van renovatie af te zien. Is het College niet met mij van mening dat de koers van het woning- beleid in onze Gemeente juist moet liggen op meerdere renovatie, zodat goede en goedkope woningen zo veel mogelijk worden behouden. Wij zullen ook in de toekomst initia tieven tot renovatie, waarbij goede en goedkope woningen beschikbaar blijven, van harte ondersteunen. Uiteraard zullen de woningen zich daarvoor moeten lenen en dat is niet altijd het geval. Wanneer renovatie slechts mogelijk is door zeer hoge investeringen en de maxi maal toelaatbare huur slechts verkregen kan worden door hoge subsidies van Rijk en Gemeente, subsidies, die door middel van huurverhogingen weer moeten worden afgebroken, zal de beslissing om al of niet tot renovatie over te gaan, mede bepaald worden door het zicht op de woningmarktsituatie ter plaatse en de vraag naar de betreffende woningen in het bijzonder. 15» 16. In bijlage 8 van de aanbiedingsbrief geeft U een overzicht van de stand van zaken betreffende de renovatie- plannen. Daaruit blijkt, dat er mo menteel geen verdere renovatieplannen op stapel staan» Volgens de door de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening uitgebrachte nota zal in de naaste toekomst het accent meer komen to liggen op renovatie van het oude woningbezit, mede door het uitvallen van een deel van de nieuw bouw. Verdient het daarom geen aan beveling, c.q. is het niet dringend noodzakelijk, dat er verdere renova- tieplannen gereed worden gemaakt, zo dat direct op dit nieuwe beleid kan worden ingespeeld? In Lekkum (Snakkerburen) staan 6 woningen van de woningbouwvereniging Leeuwarden-Leeuwarderadeel. Deze wo ningen zouden volgens het rapport van Rationale Woningraad nog 15 jaar meekunnen» Than/ staan ze genoteerd "voor" Onder verwijzing naar het antwoord op vraag 14 kan daaraan nog worden toege voegd dat de Minister van Volkshuisves ting en Ruimtelijke Ordening bij de toelichting op zijn begroting 1974 heeft aangekondigd, de regeling voor de reno vatie van oude ^woningwetwoningen te zullen wijzigen. Indien zulks de moge lijkheden, welke er op dit punt momen teel bestaan, verruimt en hierdoor nieuwe perspectieven worden geopend, zullen wij ons op een en ander nader hezinnen. Do Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft desgevraagd de Woningstichting "Leeuwarden-Leeuwar deradeel" toestemming verleend de be treffende zes woningen te amoveren, omdat deze economisch niet meer verbeter- "baar"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1973 | | pagina 273